Aanleiding voor het onderzoek is de rijzende vraag of de nieuwe generatie managers klaar en competent is om de huidige top op te volgen.
Hoewel 28 procent van de managers echt ambitieus is en aangeeft een carrière aan de organisatietop te ambiëren, valt op dat het vooral een ambitie is voor de groep tot 35 jaar (64 procent). Daarna lijkt de ambitie af te vlakken. Voor acht op de tien managers is een goede balans tussen werk en privé de belangrijkste ambitie. Opvallend is dat óók voor de managers die aangeven een absolute topfunctie te ambiëren, dit de nummer één ambitie is. Dat het privéleven op een voetstuk staat, blijkt ook uit het feit dat ‘het thuisfront minder zien’ de belangrijkste reden is om geen bestuurszetel te bekleden (73 procent).
Netwerken of hard werken?
Netwerken, resultaat boeken en ambities duidelijk maken. Dat is volgens de nieuwe generatie managers dé manier om de top te bereiken. Deze generatie gelooft minder in het leren kennen van veel verschillende organisaties. Om zélf de top te bereiken wordt vooral hard gewerkt, terwijl dit opvallend genoeg niet in algemene zin als een succesvolle manier wordt gezien om een bestuurszetel te veroveren. En hoewel de managers geloven dat netwerken een goede manier is om aan de top te komen, ontbreekt het ze aan daadkracht; de jonge managers zijn zelf namelijk geen actieve netwerkers.
Managers met ambitie voor de absolute top, geven relatief vaker de voorkeur aan het creëren van zichtbaarheid bij het topmanagement, het onderhouden van contacten met deze zelfde top en ook steken zij vaker hun nek uit.
Rechterhersenhelft regeert
Over de belangrijkste competenties voor de topmanager van morgen zijn de jonge managers praktisch unaniem: communicatieve vaardigheden, besluitvaardigheid en inspiratie. De huidige top kenmerkt zich juist door maatschappelijk bewustzijn, analytisch vermogen en autoriteit. Deze laatste twee worden door de toekomstige generatie topmanagers opvallend genoeg als minst belangrijke competenties voor de topmanager van morgen genoemd.
Tweederde van de jonge managers vindt zichzelf flexibel, zelfkritisch, inlevend en communicatief vaardig.