CEO`s zouden zich zich meer in HR-praktijken moeten verdiepen, dan begrijpen ze beter hoe lastig het is om HR af te stemmen met de organisatieprestaties. Dat wijst een masterthesis van Annemarie Nijzink van de Universiteit Utrecht uit.

Voor de masterthesis De relatie tussen HR praktijken en Organizational Performance: verschil in sterkte van deze relatie voor CEO’s versus HR(eind)verantwoordelijken deden 99 respondenten mee aan een enquête, die door 67 personen volledig is ingevuld; 25% is CEO en 75% is HR-(eind)verantwoordelijk.

Nijzink bestudeerde de relatie tussen topmannen en HR-professionals. Zij keek vooral naar `ability practices`, `motivation practices` en `opportunity practices`. Uit het onderzoek blijkt dat alle HR-praktijken positief gerelateerd zijn aan de organisatieprestaties, op twee uitzonderingen na:
• de relatie tussen werving & selectie en verzuim; en
• de relatie tussen teamwerken en baantevredenheid.

Initiatief bij zowel CEO’s als HR

CEO`s kijken vanuit een globaler en strategischer perspectief naar hun organisatie dan HR-verantwoordelijken. Laatstgenoemden hebben wellicht ook minder zicht op de prestaties van de organisatie.

Het initiatief ligt volgens Nijzink bij zowel CEO`s en het managementteam als ook bij de HR-managers om de HR-verantwoordelijken te betrekken en informeren. Vervolgens kunnen zij de juiste acties op het gebied van  HRM nemen om de organisatieprestaties te optimaliseren.