IT-gebruikers hebben gemengde gevoelens over thuiswerken. Bijna driekwart (73 procent) geeft aan dat thuiswerken meer moet worden gestimuleerd. Tegelijkertijd hebben veel mensen (28 procent) het gevoel dat zij dankzij de mogelijkheden die flexibel werken biedt altijd met hun werk bezig zijn. Dat blijkt uit het eerste Nationale IT-tevredenheidsonderzoek, gehouden door IT-concern Fujitsu.

Het gros van de medewerkers (65 procent) combineert werken op kantoor met thuiswerken en mobiel werken. Kijkend naar verschillen onder sectoren, valt op dat de bankensector achterblijft op het gebied van thuiswerken. Een op tien respondenten uit deze branche geeft aan dat het niet toegestaan is zakelijke werkzaamheden thuis uit te voeren. Over alle sectoren is dit 4 procent. Dat 73 procent van de respondenten aangeeft dat thuiswerken meer moet worden gestimuleerd, is opvallend: “De meerderheid heeft al de mogelijkheid om veel thuis te werken”, zegt Marie-Anne Zwinkels, directeur marketing bij Fujitsu. “Aanvullend op bestaande mogelijkheden zijn er dus nog aardig wat wensen. Bedrijven zouden er achter moeten komen waar deze wensen liggen.”

 

Werkplek niet arboproof

Flexibiliteit tussen werk en privé (38 procent) en een stille werkplek waar je je kunt concentreren (30 procent) zijn de belangrijkste redenen waarom mensen kiezen voor thuiswerken. Het vermijden van files is voor niet meer dan 8 procent van de ondervraagden de voornaamste reden. Bijna tweederde van de werknemers (63 procent) geeft aan dat ze de werkplek thuis niet aanpast en dat deze dus niet voldoet aan de Arbo-wetgeving. “Vanuit juridisch oogpunt kunnen bedrijven er voor kiezen om het personeel niet structureel thuis te laten werken”, zegt Zwinkels. “Wanneer dat wel gebeurt, is de werkgever ook verantwoordelijk voor de inrichting van de werkplek thuis, die dan aan strenge eisen moet voldoen.”

Werkdruk

Medewerkers zijn kritisch over de praktijk van thuiswerken. Zo is 28 procent van de respondenten van mening dat thuiswerken het gevoel geeft dat je altijd bezig moet zijn met werk. Zeeland loopt hier met 50 procent in voorop, gevolgd door Drenthe, waar 37 procent van de medewerkers aangeeft het idee te hebben altijd aan het werk te moeten zijn. Doordat medewerkers minder zichtbaar zijn, vertonen ze regelmatig compensatiegedrag, wat het gevoel van werkdruk kan opvoeren. “De scheidslijn tussen werk en privé vervaagt. In beginsel een positieve insteek voor thuiswerken, maar in de praktijk geeft dit onduidelijkheid,” aldus Zwinkels.