Nu de Eerste Kamer heeft ingestemd met de verhoging van de AOW-leeftijd is de weg vrij voor langer doorwerken van werknemers. Toch besteden de meeste personeelsafdelingen slechts 10 procent van hun tijd aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers, terwijl het merendeel van de organisaties de urgentie wel degelijk voelt. Dit blijkt uit onderzoek van Berenschot in samenwerking met HR Strategie onder 242 organisaties.

Ook komt in het onderzoek naar voren dat het voor personeelsmanagers in de praktijk lastig is om duurzame inzetbaarheid van medewerkers met impact te verkopen bij directie/management. 55 procent van de organisaties geeft zelfs aan dat er nog geen sprake is van beleid op dit gebied. Verder blijkt volgens de onderzoekers dat er onduidelijkheid bestaat over wie precies verantwoordelijk is voor duurzame inzetbaarheid binnen de organisatie.

 

Afdwingen

Om beleid écht af te dwingen is het van belang dat de directie achter het beleid staat. De afdeling personeelszaken kan hieraan bijdragen door in het advies aan de directie de argumenten voor duurzame inzetbaarheid te kwalificeren en kwantificeren en aan te geven wat dit beleid de organisatie uiteindelijk gaat opleveren, aldus de onderzoekers.

 

Individuele inzetbaarheid

Uit het onderzoek blijkt verder dat de mate waarin werknemers het werk als zinvol ervaren van doorslaggevende betekenis is voor de individuele inzetbaarheid van oudere werknemers. Wanneer oudere werknemers hun werk waardevol en belangrijk vinden, verwachten ze in de toekomst inzetbaar te blijven én langer door te werken.