In 2011 zijn 1,3 miljoen medewerkers lid van een vakbond, dat komt overeen met 20 procent van de werknemers. In 2000 was het percentage dat bij een vakbond was aangesloten nog 25 procent, dit houdt in dat de organisatiegraad is gedaald. De daling is sterker bij mannen dan bij vrouwen, verder zijn jongere werknemers relatief weinig lid van een vakbond. Dit blijkt na onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De terugloop van de organisatiegraad komt doordat er minder werkende vakbondsleden zijn, terwijl de beroepsbevolking is toegenomen.

 

Daling bij mannen

Onder mannen is de organisatiegraad sterker gedaald dan onder vrouwen. In 2000 was 30 procent van de mannelijke werknemers lid van een vakbond, tegen 23 procent in 2011. Onder vrouwelijke werknemers daalde de organisatiegraad van 19 naar 17 procent.

 

Vergrijzing

Sinds het begin van deze eeuw is het ledenbestand van vakverenigingen aan het vergrijzen. Onder de werkende vakbondsleden is in 2011 bijna 60 procent ouder dan 45 jaar. In 2000 was dit nog 40 procent. Het aandeel werkende vakbondsleden tot 25 jaar liep terug van 6 procent naar 3 procent.

 

In 2011 heeft het openbaar bestuur de hoogste organisatiegraad met 34 procent. In de bouw, de energie- en waterleidingbedrijven en in het onderwijs is ongeveer 30 procent van de werknemers vakbondslid. De organisatiegraad is veel lager in bedrijfstakken uit de commerciële dienstverlening, zoals de financiële instellingen en de handel. Binnen deze sector is de organisatiegraad het laagst bij de horeca.