Veel innovatieprocessen mislukken mede doordat de HR-manager het een ver-van-mijn-bed-show vindt. Dit stelt Henk Volberda, schrijver van het boek Innovatie 3.0, in de maart-editie van HR Strategie. "HR zegt vaak: het is technologie en daarom heb ik er niets mee te maken. De zachte kant van innovatie is echter heel belangrijk."

Uit onderzoek van de Erasmus Concurrentie- en Innovatiemonitor dat door topinstituut INSCOPE is uitgevoerd, blijkt dat in de periode 2005-2010 sociale determinanten 75 procent van het innovatiesucces in Nederland verklaarden. Technologische determinanten deden dit voor slechts 25 procent. Volberda: “Als die niet-technologische determinanten van innovatie zoals leiderschap, organisatie en talentmanagement 75 procent van het innovatieproces bepalen, moet de HR-manager juist een sleutelrol daarbij hebben!”

Vernieuwende ideeën

Volgens Volberda moet anders om worden gegaan met kenniswerkers zodat hun vernieuwende ideeën de ruimte kunnen krijgen. Dit kan leiden tot verrassende en winstgevende resultaten. “Helaas is het in de praktijk nog te vaak zo dat briljante ideeën niet door managers worden gehoord. Daarnaast is het zo dat incentives zijn gericht op efficiency in plaats van op innovatie.” Een kanttekening die Volberda hierbij maakt is dat kenniswerkers soms ook afgeremd moeten worden. “Anders rennen ze zichzelf voorbij en ligt een burn-out op de loer.”

Plat organiseren

Bedrijven moeten volgens Volberda ‘plat’ worden georganiseerd om innovatief te kunnen zijn. Binnen deze bedrijven zijn er geen ‘Chinese muren’ tussen afdelingen en/of divisies, waardoor mensen makkelijk teams kunnen oprichten door de organisatie heen. Dat is van belang, want innovatie ontstaat vaak op het grensvlak van meerdere vak- en kennisgebieden.

De HR-manager moet in zulke organisaties zorgen dat mensen snel kunnen rouleren. Door job rotation krijgen ze een beter beeld van waar de organisatie voor staat. Ook moet hij bijdragen aan een open bedrijfklimaat dat ideeën bevordert en niet afbreekt.

Zelfmanagement

In veel organisaties kan fors worden gesneden in de middelmanagementlagen. Volberda benadrukt dat dit niet alleen voor kenniswerkers maar ook voor productiewerkers geldt. “Ook daar moeten we toe naar zelfmanagement; dat maakt het werk voor hen ook leuker.”

Dit is misschien moeilijk om te bereiken, zegt hij, maar het is nodig om medewerkers zich aan te laten passen aan een situatie waar zelfinitiatief wordt beloond. In dergelijke zelforganiserende teams is geen aparte formele functie voor een manager, maar hooguit iemand die de managementtaken erbij neemt.