Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, EFRO, komt vanaf 2015 in Nederland subsidie beschikbaar voor innovatie. De regio West-Nederland, bestaande uit Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland, heeft een slordige 190 miljoen euro ‘te verdelen’. Dat is veel geld en het is belangrijk dat dit geld goed wordt besteed. Basisvoorwaarden om voor de EFRO-subsidie in aanmerking te komen: een innovatie moet marktpotentieel hebben en het MKB moet meer betrokken worden. So far, so good. Echter, deze basisvoorwaarden worden aangevuld met cross-sectorale doelen. Hiermee wordt gedoeld op samenwerking tussen bedrijven uit verschillende topsectoren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een food-bedrijf dat samen met een health-bedrijf innoveert.
Regio West-Nederland omarmt alle topsectoren – en dat is goed!
Cross-sectoraal innoveren: het klinkt uitdagend. Stap over de grenzen van je eigen topsector en je krijgt nieuwe inzichten. Dat zal in veel gevallen zeker ook zo werken, maar uit de praktijk blijkt dat het lastig is om sectorspecifieke kennis op een goede manier in andere sectoren te verspreiden en vervolgens te transformeren tot innovaties. Ieder landsdeel was bij het opstellen van de innovatie-strategieën vrij om te kiezen voor bepaalde topsectoren, om deze zo extra te kunnen stimuleren. Regio West juicht cross-sectorale samenwerking juist toe door geen keuze te maken voor specifieke topsectoren. Hiermee laten ze ruimte voor verrassende en innovatieve samenwerkingsprojecten die op een natuurlijke manier gevormd worden en cross-overs maken. Uiteindelijk verwachten wij dat dit zal leiden tot een grotere variatie aan aangeboden projecten en door de heldere beoordelingscriteria kan regio West alsnog op een gefocuste wijze de beste projecten selecteren.