LinkedIn is het grootste zakelijke netwerk ter wereld. Als bedrijf is het een gemiste kans als je deze digitale etalage niet benut; je kunt immers op een eenvoudige manier laten zien waar je voor staat, wie je bent en wat je wilt bereiken als organisatie. Zie het als een verlengde van je website, maar dan met een persoonlijker tintje. Melanie Kool is marketing director bij recruitmentgroep Hays, die dit jaar voor de tweede achtereenvolgende keer is uitgeroepen tot beste bedrijfspagina op LinkedIn. Met meer dan 2,5 miljoen volgers wordt LinkedIn als integraal onderdeel gezien van de business, waarin de focus ligt op het centraal stellen van talent, opbouwen van engagement en de rol van een carrièrepartner vervullen. Wat kunnen we leren van deze LinkedInprofessionals?
1. Stick to what you know
Voor de meeste bedrijven is de barrière op LinkedIn simpelweg ‘Wat wil ik vertellen?’. De status van LinkedIn als professioneel medium brengt daarnaast de nodige verwachtingen met zich mee. Helemaal niet nodig, aldus Melanie. “De stelregel is: blijf vooral bij wat je goed kan. In ons geval is dat content gericht op carrière-advies, dus dat wordt vanzelfsprekend veel makkelijker gedeeld en geliked. Blijf vooral bij je eigen business.” Wanneer je helder hebt wat je wilt vertellen, praat dan niet over wat jij kwijt wil, maar sta stil bij de pijnpunten van je doelgroep. Beantwoord vragen van je lezers nog voordat zij ze kunnen stellen.
2. Je hebt meer content dan je denkt
Voor gescripte video’s en gelikte verhalen is het de tijd niet meer: authenticiteit is wat de klok slaat. Klinkt mooi, maar: hoe dan? Hier komen je medewerkers om de hoek kijken. Je bent tenslotte een bedrijf met echte mensen en echte verhalen. “In plaats van een schema te bedenken om iedereen aan het woord te laten, redeneren wij andersom. We vragen ons eerst af welke groep we willen bereiken, en dan gaan we op zoek naar de werknemer die aan dit publiek het beste verhaal kan vertellen.” Nou loopt misschien niet iedereen even warm voor het schrijven van een post, maar dat hoeft ook niet. “Het liefst natuurlijk wel, maar als iemand liever niet zelf in de pen klimt zorgen we ervoor dat een tekstschrijver of interviewer zijn of haar verhaal op de juiste manier verwoordt. Om het onderwerp levend te houden geven we ook workshops over het maken en delen van content. Daarnaast koppelen we regelmatig terug wat het oplevert, dat houdt iedereen betrokken. Dus hoeveel volgers hebben we méér sinds de laatste keer, wat doet het voor iemands persoonlijke netwerk en wat heeft het gedaan voor de sales? Zo gaat de content ook meer spreken.”
3. Sharing is caring
Een bedrijfspagina op LinkedIn heeft één belangrijk doel: laten zien wat je in huis hebt. Bereik genereren is daarbij key; een bericht zonder publiek is als een roepende in de woestijn. Niet alleen voor het maken van content zijn je medewerkers nodig, maar zeker ook voor het delen. Hoe krijg je mensen nu zover dat te doen, zonder dat het voor een lezer geforceerd overkomt? “Onze ervaring is dat mensen vaker onwetend dan onwelwillend zijn; met de juiste handvaten maakt het delen van content al snel onderdeel uit van de wekelijkse routine. Wij sturen bijvoorbeeld op vrijdag een mailtje rond met daarin een top 10 van artikelen van die week. Iedereen kan dan een of meerdere artikelen selecteren en met een klik op de knop posten, liken of delen. Doordat het onderwerp erg bij managers en teamleaders leeft, worden ook nieuwe mensen betrokken in onze ‘deelcultuur’. Zo’n proactieve aanpak maakt de drempel voor het delen laag, en de participatiegraad hoog.”
4. Consequent in continue content
Wanneer de schrijf- en participatiemotor draait en er vaker updates verschijnen op je pagina, is het zaak om dit vol te houden. Een veel voorkomende valkuil is het verliezen van herkenbaarheid en ritme, vooral als internationaal bedrijf. “Ik denk dat wij ons succes danken aan het heel consequent zijn in wat we doen en hoe we het doen. Niet alleen lokaal, maar wereldwijd. Zowel in branding als boodschap, maar ook in een continue doorstroom van nieuwe content.” Het ultieme doel is dat iemand jouw post meteen herkent, nog zonder de afzender te hebben gezien. Door als één merk te denken, verlies je de uniformiteit niet uit het oog. “Ik zie nog vaak grote bedrijven met meerdere, verschillende pagina’s onder meerdere namen. Dat werkt verwarrend en is niet nodig. Wanneer je een centrale pagina aanmaakt, kun je alsnog verschillende doelgroepen targeten. Bijvoorbeeld op basis van taal, branche, senioriteit of land. Zo blijft je content gericht, maar altijd met een uniforme uitstraling.”