Het aantal laaggeschoolde banen is de afgelopen twee decennia niet afgenomen. De positie van laagopgeleide vrouwen verbeterde zelfs tussen 1987 en 2008. Dit komt naar voren uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Wel hadden mannen het een stuk zwaarder. Vaker dan twintig jaar geleden hebben zij een flexibel of tijdelijk contract. Bovendien nemen de jongere leeftijdsgroepen (18-49 jaar) de laatste jaren minder vaak deel aan de arbeidsmarkt.

 

Verschuiving
Over de afgelopen twintig jaar is er een verschuiving zichtbaar in het soort laaggeschoold werk dat wordt uitgevoerd. Voorheen typische laaggeschooldemannenberoepen in de industrie en de landbouw namen in hoeveelheid af, terwijl het aantal banen in de dienstverlenende sector, zoals de horeca, juist fors groeide. Ook in het transport nam het aantal banen op laaggeschoold niveau toe.

 

Kloof vergroot

Al met al is de positie van laagopgeleiden op de arbeidsmarkt verbeterd. Tegenwoordig vinden ze vaker werk voor een beter uurloon. De kloof met hoogopgeleiden is daarentegen wel groter geworden. Het uurloon van hoogopgeleiden steeg meer, waarbij nog komt dat het aantal flexibele of tijdelijke contracten van laaggeschoolden afnam.

 

Ongegronde vrees
Bijna een kwart van de Nederlandse beroepsbevolking is laagopgeleid en heeft hoogstens een vmbo-diploma. Politici maken zich zorgen over de banenkansen van deze groep; laaggeschoold werk zou verdwijnen naar lagelonenlanden. Het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau weerlegt die vrees.