De verschillen in loon tussen werknemers zonder- en werknemers met een vast dienstverband nemen bovendien toe naarmate het opleidingsniveau hoger is.
De afgelopen jaren is het aandeel flexwerkers op de arbeidsmarkt sterk gegroeid. Momenteel werkt zo’n 25 procent van de Nederlandse werknemers op flexibele basis; vooral jongeren werken vaak op basis van een tijdelijk contract of via een uitzendbureau. Hier vloeit een van de verklaringen voor het loonverschil uit voort. Ouderen bieden zich vaker aan als zelfstandige. De meeste vaste contracten vindt men in de leeftijdscategorie tussen de 25 en 35 jaar.
Tweedeling arbeidsmarkt
Vakcentrale FNV vindt de ontwikkeling van deze groeiende tweedeling op de arbeidsmarkt zorgelijk. Flexwerkers verdienen niet alleen minder, ze krijgen ook minder scholing en kansen in vergelijking tot hun collega’s met een vast contract. Uit het onderzoek blijkt dat werkgevers vooral investeren in flexwerkers als ze van plan zijn hen uiteindelijk in dienst te nemen. FNV wil dat er een maximum wordt gesteld aan het aantal flexwerkers dat een bedrijf in dienst heeft.