Bedrijven en de overheid richten zich door de economische crisis minder op de aanpak van de vergrijzing. Vanwege de crisis trekken bedrijven weinig geld uit voor maatregelen om de vergrijzing op te vangen. Dit blijkt uit de Vergrijzingsmonitor 2009.

De Vergrijzingsmonitor is een jaarlijkse onderzoek van Kluwer, KPMG en Randstad naar de

vergrijzing in de publieke en private sector. Volgens de monitor heeft een vierde van de onderzochte organisaties last heeft van de vergrijzing. Dit geldt het meest voor de publieke sector die ook het minst is opgeschoten in het nemen van maatregelen. De meeste organisaties die de gevolgen van de vergrijzing voelen, hebben daarvoor nog geen actief beleid ontwikkeld. De industrie-, bouw- en transportsector zijn het verst. Die sectoren richten zich op de inzetbaarheid van (oudere) medewerkers.

 

Vakkennis

Kennisverlies is voor bijna alle deelnemers aan de monitor het belangrijkste probleem van de vergrijzing. Het gaat vooral om de vakkennis die vanwege het vertrek van oudere medewerkers verdwijnt. De publieke sector heeft daarnaast te maken met een slechte doorstroom van medewerkers. Voor de industrie, bouw en transport is de motivatie en binding van (oudere) medewerkers relatief vaker een probleem.

 

Arbeidsmarkt

Werkgevers hebben minder last van de vergrijzing dan in 2008. Vorig jaar had het zorgen voor voldoende personeel nog prioriteit. Vanwege de ruimere arbeidsmarkt door de crisis concurreren werkgevers nu minder om nieuw personeel. De helft van de organisaties heeft echter nog steeds moeite om aan goede mensen te komen.