Dit moet je weten over de nieuwe pensioenregels
Het Nederlandse pensioenstelsel gaat op de schop. Hoewel nog niet alle plannen tot achter de puntkomma bekend zijn, is al wel duidelijk dat je als werkgever binnenkort in actie moet komen. We zetten de belangrijkste gevolgen en opties voor je op een rij.
Over de hervormingen van het pensioenstelsel is in politiek Den Haag jarenlang gediscussieerd. Pas in juni 2019 bereikten het kabinet en de sociale partners een akkoord in hoofdlijnen. Wel zijn er nog veel details die moeten worden uitgewerkt. De verwachting is dat de nieuwe pensioenregels ingaan vanaf 1 januari 2022.
Jan Hein Rhebergen, directeur van BeFrank: “Het oude stelsel past al lang niet meer bij de manier waarop onze arbeidsmarkt tegenwoordig is ingericht. Nog maar weinig mensen werken 40 jaar voor dezelfde baas. Daarom is het goed dat het pensioenstelsel nu eindelijk wordt hervormd.”
Wat gaat er veranderen?
Best veel eigenlijk, al is niet elke aanpassing even relevant voor jou als werkgever. Dit zijn vijf aspecten die eruit springen.
- In het nieuwe pensioenstelsel legt elke medewerker straks een vast percentage aan pensioenpremie in, nu is dat nog leeftijdsgebonden. Het percentage is overigens nog niet bekend.
- In het nieuwe stelsel gaat men uit van ‘beschikbare pensioenpremie’. Het uitgangspunt is niet hoeveel pensioen er is opgebouwd, maar hoeveel pensioenpremie voor de medewerker is ingelegd. Er wordt ook niet langer meer een pensioenresultaat gegarandeerd. Zo werkt BeFrank overigens al ruim 10 jaar, en met veel succes.
- Werknemers hebben de mogelijkheid om op hun pensioendatum 10 procent van het gespaarde bedrag in één keer op te nemen. Dat geld kunnen ze bijvoorbeeld gebruiken voor hun woning of een verre reis.
- Nu zijn er nog verschillende soorten nabestaandenpensioen, straks blijft er één type partnerpensioen over.
- De AOW-leeftijd stijgt minder snel en blijft op 67 staan in 2026.
Gevolgen voor jou als werkgever
Wat betekent het nieuwe pensioenstelsel voor mij? Dat vragen veel werkgevers zich nu af. Als je je pensioenen hebt ondergebracht bij een PPI zoals BeFrank, dan verhuizen de al opgebouwde pensioenen niet automatisch mee naar de nieuwe regeling
Rhebergen schetst voor deze werkgevers drie scenario’s: “Er is een groep kleinere bedrijven, die misschien pas net is begonnen en qua pensioen nog niks heeft georganiseerd. Voor hen is het vrij simpel. Mochten zij later besluiten om wél iets te regelen, dan vallen al hun mensen onder de nieuwe regeling vanaf 2022”, aldus Rhebergen.
Iets ingewikkelder wordt het als je de afspraken uit het verleden wilt overhevelen naar ‘de nieuwe pensioenwereld’. “Voor iedereen geldt dan dezelfde, vlakke premie. Nu nog betalen jonge medewerkers minder premie en hun oudere collega’s juist iets meer. Veel veertigplussers gaan er in deze nieuwe regeling op achteruit en werkgevers worden geacht dat te compenseren. Wij merken dat bedrijven dit vraagstuk erg ingewikkeld vinden. Om hoeveel geld gaat het precies? En hoe reken je zo’n bedrag eigenlijk uit? Weinig bedrijven zullen in deze onzekere tijd staan te trappelen om grote bedragen uit te keren om dit pensioengat te vullen.”
De overgangsregeling als tussenoplossing
Om dit probleem te tackelen, is een overgangsregeling bedacht. Medewerkers die nu in een premieregeling met oplopende premies zitten, mogen daar in blijven. De verplichte vlakke premie geldt dus straks alleen voor nieuwe deelnemers. “Wel zit je als werkgever dan met twee pensioenregelingen. Voor de ene medewerker gelden andere verplichtingen dan voor zijn nieuwere collega. Zo ontstaan ook verschillen in arbeidsvoorwaarden. En het is niet bevorderlijk voor de arbeidsmobiliteit.” Overigens staat nog niet 100 procent vast of de overgangsregeling een blijvertje is. In Den Haag broeden ambtenaren nog steeds op andere concepten. Wordt vervolgd dus.
In actie komen
Ok, maar wat nu? Moet je als werkgever al concrete stappen zetten die je klaarstomen voor de nieuwe pensioenrealiteit? En wat te doen met vragen van werknemers? Mogelijk worden zij een beetje onzeker van de beschikbare premie, die is afgesproken in het nieuwe pensioenstelsel. Daarbij telt dat er geen pensioenresultaat meer wordt gegarandeerd. “Maar weet dat wij als BeFrank al meer dan 10 jaar succesvol zijn met dit concept”, aldus Rhebergen.
Zit je bij een pensioenfonds, dan worden veel wijzigingen automatisch toegepast. Dat klinkt misschien prettig, volgens Rhebergen kleeft daar ook een nadeel aan. “Je wilt als ondernemer toch het liefst zelf bepalen wat je voor je medewerkers regelt.” Helaas heeft niet iedereen die mogelijkheid, veel bedrijven zitten verplicht bij een bedrijfstakpensioenfonds.
Een belangrijke datum: 1 januari 2026
Verder is het goed om erbij te vertellen dat je pensioenregeling uiterlijk op 1 januari 2026 moet zijn aangepast. “Nog niet alle afspraken liggen al vast, maar we verwachten snel duidelijkheid van de wetgever. We adviseren bedrijven wel om aangehaakt te blijven bij hun pensioenfonds, PPI of pensioenverzekeraar. Zo kun je medewerkers tijdig informeren over de veranderingen. Werkgevers zijn namelijk wettelijk verplicht om dit te doen”, aldus Rhebergen.
“Vast staat in ieder geval dat er grote veranderingen komen en je wilt niet het risico lopen dat je te laat begint met het treffen van de juiste voorbereidingen. Onze experts krijgen er al vragen over. Nu al de mogelijkheden bekijken kan zeker geen kwaad, vooral als je pensioencontract dit jaar afloopt. Een financieel adviseur kan helpen bij de belangrijke keuzes rondom de nieuwe pensioenregeling.”