Net als in voorgaande kwartalen was het verzuim het hoogst in de bedrijfstak gezondheids- en welzijnszorg (8,0 procent). Binnen de zorg lag het verzuimpercentage in de branche verple-ging, verzorging en thuiszorg met 9,3 hoger dan het gemiddelde. Ook in de gehandicapten-zorg en de kinderopvang lag het verzuim hoger dan gemiddeld.
Bij de huisartsen en gezondheidscentra was het verschil met eind 2021 het grootst. Eind 2022 verzuimde 7,9 procent van de werknemers in deze branche. Een jaar eerder was dat 6,3 procent. Alleen de branche jeugdzorg had een lager verzuimpercentage dan een jaar eerder.
Overheid stijging het hoogst
Bij het openbaar bestuur was het verschil met een jaar eerder het grootst: 5,7 procent in 2021 en 6,4 procent in 2022. Daarmee lag het verzuim in deze bedrijfstak voor het eerst in 19 jaar hoger dan 6 procent.
Ook in het water- en afvalbeheer nam het verzuim sterk toe, van 6,5 procent naar 7,1 procent. Niet eerder was het verzuim in een vierde kwartaal in deze bedrijfstak zo hoog.
Het verzuim was het laagst in de landbouw en visserij. In deze branche lag het verzuimpercentage eind 2021 op 3,8 en eind 2022 op 3,3.