Toen de werknemer voor de zoveelste keer als gevolg van zaalvoetbal uitviel, zette de werkgever het aanvullende loon stop omdat de ziekte door schuld en toedoen van de werknemer zou zijn veroorzaakt. In art. 16 van de tussen hen geldende CAO staat immers dat de werknemer recht houdt op zijn gemiddelde loon voorafgaande aan de periode van arbeidsongeschiktheid tenzij de arbeidsongeschiktheid door ‘de schuld’ of door ‘toedoen’ van de werknemer is veroorzaakt. De werknemer is het hier niet mee eens en vordert aanvulling van zijn loon op grond van de CAO.
Eigen schuld
De kantonrechter van Tiel wijst de vordering van de werknemer toe. Het Hof Arnhem vindt dat er sprake is van ‘eigen schuld’ omdat de werknemer wist dat het risico op blessures bij zaalvoetbal erg hoog is en de werknemer geen maatregelen heeft getroffen om de arbeidsongeschiktheid te voorkomen. De Hoge Raad acht de uitleg van het Hof juist. Het woord ‘opzet’ in artikel 7:629 BW heeft een andere betekenis dan de woorden ‘schuld’ en ‘toedoen’ in de bewuste CAO. (Hoge Raad, 14 maart 2008, LJN: BC6699)