Iedereen die werkt, betaalt naast de nominale premie een inkomensafhankelijke bijdrage. De werkgever of de uitkerende instantie vergoedt deze inkomensafhankelijke bijdrage. De bijdrage is in 2009 op 6,9 procent (2008: 7,2 procent) van het zogenoemde bijdrage-inkomen gesteld. Dit is het totaal van loon en/of uitkering (bijvoorbeeld WW of bijstand) in een kalenderjaar. De bijdrage wordt in 2009 geheven over maximaal 32.369 euro (2008: 31.231 euro) per jaar.
Lagere bijdrage
Voor inkomen waarover geen vergoeding wordt gegeven door een werkgever of uitkerende instantie, is de inkomensafhankelijke bijdrage lager: 4,8 procent (2008: 5,1 procent). Dit geldt voor zelfstandigen, maar ook voor mensen met een aanvullend of vervroegd pensioen. Ouderen met een onvolledig AOW-pensioen die aanvullende bijstand ontvangen, betalen over deze bijstand ook 4,8 procent, zonder dat dit wordt vergoed. De afdracht van 4,8 procent geschiedt rechtstreeks aan de Belastingdienst. De Belastingdienst stuurt daarvoor een aanslag. Zeevarenden betalen geen bijdrage.
Alimentatie
Een ex-partner die rechtstreeks van zijn/haar partner alimentatie ontvangt, hoeft geen inkomensafhankelijke bijdrage te betalen als hij/zij deze alimentatie ook in 2005 al ontving. Ontving de ex-partner in 2006 voor het eerst alimentatie, dan is de bijdrage 4,8 procent. Over alimentatie die wordt uitbetaald via de bijstand, geldt een inkomensafhankelijke bijdrage van 6,9 procent.
Let op
U moet ook inkomensafhankelijke bijdrage afdragen over het loon van kinderen die nog geen 18 jaar zijn en bij u een bijbaantje hebben.