In de Academische Werkplaatsen van Arbo Unie komen wetenschap en praktijk bij elkaar. “Wij dragen zo bij aan de ontwikkeling van kennis om onze dienstverlening naar een hoger plan te tillen”, vertelt Corné Roelen, bedrijfsarts bij Arbo Unie en betrokken bij dit onderzoek. “In dit geval doen we dat bijvoorbeeld door de onderzoekers te helpen gegevens te verzamelen. In de uitnodigingsbrief voor het eerste spreekuur delen we informatie over het onderzoek en een link naar een website waar uitgevallen medewerkers en hun naaste vrijwillig eenmalig een vragenlijst invullen. Die vragenlijst gaat onder meer over energie- en stressbronnen thuis: is er bijvoorbeeld tijd voor hobby’s, is er thuis begrip voor de verzuimsituatie, krijgen ze hulp van buitenaf? Die informatie geeft inzicht in de rol van het thuisfront bij herstel en re-integratie.”
Werkverzuim is ook een privézaak
Het onderzoek is in handen van promovendus Nicole Snippen onder begeleiding van postdoc-onderzoeker bij het UMCG Dr. Haitze de Vries. Hij vertelt dat uit bestaand onderzoek naar voren komt dat overtuigingen van naasten – bijvoorbeeld over de aard en ernst van de reden dat iemand uitgevallen is en wat diegene aankan – soms sterker verband houden met terugkeer naar werk dan de overtuigingen van medewerkers zelf. Er zijn bovendien sterke aanwijzingen dat het betrekken van naasten bij het herstelproces een positieve invloed kan hebben op gezondheidsuitkomsten en werk. “Als naasten weten wat er precies aan de hand is, op welke manier ze daar het beste mee kunt omgaan en welke hulp nodig is, kunnen we veel bereiken”, is zijn overtuiging.
Extra handvatten in het herstelproces
De eerste resultaten verwachten de onderzoekers komend voorjaar. Corné en collega’s kijken ernaar uit. “We verwachten dat deze studie ons beter inzicht biedt in welke mechanismen aan het thuisfront werkhervatting bevorderen of juist tegenwerken. Zo kan het onderzoek ons handvatten geven om naasten op een effectieve manier in het proces naar herstel en re-integratie te betrekken. Ik kan me voorstellen dat we hen in de toekomst vaker uitnodigen om mee te komen naar ons spreekuur. Zodat ook zij meer inzicht krijgen in hoe zij kunnen bijdragen aan een spoedig herstel. We geven werknemers en werkgevers al adviezen om re-integratie mogelijk te maken, en als we daarnaast ook het thuisfront kunnen adviseren dan kunnen we herstel en re-integratie vanuit twee kanten, werk en privé bevorderen. In potentie wordt dus iedereen beter van dit onderzoek.”