Waar in het verleden organisaties zich vooral concentreerden op verzuimbeheersing, is de laatste jaren een andere trend merkbaar: een vitaliteitsbeleid voeren met als doel werknemers fysiek en mentaal fit te houden. Daar zijn verschillende redenen voor.

Logischerwijs kost ziekteverzuim geld; ongeveer 250 euro per dag. Iedere dag dat iemand verzuimt betekent ook dat iemand er niet is en dat het werk door een ander gedaan moet worden. Daarbij komt de krapte op de arbeidsmarkt om de hoek kijken: met steeds minder mensen voer je hetzelfde werk uit. Daarom is onder andere de aandacht voor vitaliteit zo belangrijk. Het is namelijk bewezen effectief dat deze aandacht deels verzuim voorkomt. Investeren in gezondheid kan snel lonen. Dat leert de praktijk en laten diverse rekenmodellen zien, geeft ook TNO aan.

Behoefte aan vitaliteitsprogramma’s

Je ziet dat bij steeds meer werkgevers een behoefte ontstaat naar vitaliteitsprogramma’s die ervoor zorgen dat mensen vitaal blijven, zowel fysiek als mentaal fit. Het zijn programma’s die werknemers helpen om plezier in het werk te houden. Dat resulteert namelijk in een hogere arbeidsproductiviteit, creativiteit, betere samenwerking en duurzame inzetbaarheid. Jongere werknemers hebben een andere kijk op werken dan de wat oudere generatie. Ze werken om te kunnen leven, werk heeft hiermee en andere status en zijn er dus ook andere verwachtingen naar de werkgever toe. Ruimte voor ontwikkeling, flexibele uren, sporten op kantoor of onder werktijd en thuiswerkdagen zijn hiervan een voorbeeld.
Betrokkenheid is eveneens belangrijk. Laat als werkgever zien dat je jouw werknemer belangrijk vindt, dan voelt hij of zij zich gehoord en gezien. Werknemers voelen zich daardoor betrokken bij het werk en bij de organisatie.

Vier ‘zachte’ positieve neveneffecten

Werken aan de gezondheid van de werknemer vergroot de motivatie van de werknemers, zorgt voor een betere werksfeer en een hogere arbeidsproductiviteit. Bovendien hebben tevreden werknemers een toegevoegde waarde op het werkgeversimago. Dit zijn vier positieve neveneffecten van een integraal vitaliteitsbeleid.
Er zijn allerlei instrumenten waarmee je de gezondheid van werknemers een impuls kunt geven. Een fitnessabonnement, gezonde etenswaren in de kantine, een fietsplan, een werkdrukaanpak en een training mindfulness zijn bekende voorbeelden. Belangrijk is om eerst vast te stellen als bedrijf waarom je een vitaliteitsprogramma wil; welk doel wil je bereiken? Maak een plan van aanpak en eventueel samen met ons, die in de basis gelijk is voor iedereen. Gezondheid raakt immers iedereen.

Zorg voor draagvlak

Creëer draagvlak, anders gaat het niet werken. De steun van de directie is hierbij de sleutel: het mag niet zo zijn dat alleen HR-medewerkers met dit onderwerp stoeien. Vraag aan de mensen op de werkvloer wat zij nodig hebben van hun werkgever en geef hen de ruimte om initiatieven te nemen. Voor alles geldt: blijf communiceren en neem mensen mee in het traject. Zorg dat het gaat leven en blijft leven.

Tot slot, hoe groot of hoe klein je als bedrijf ook bent, het invoeren en voortzetten van vitaliteitsmanagement heeft een blijvend effect. Namelijk op het welzijn van je (toekomstige) werknemers en op de duurzaamheid van je bedrijf. Deze twee zaken zijn onbetaalbaar.