Redenen loonsanctie
De top drie ziet er als volgt uit:
1. Re-integratie onvoldoende of te laat (29%)
In het gehele re-integratieproces staat uitvoering van de Wet Verbetering Poortwachter centraal. Deze schrijft o.a. voor dat betrokken werkgever en werknemer pro-actief en frequent met elkaar in contact moeten zijn en acties moeten nemen om te re-integreren in eigen of ander werk. De twee jaar “uitzitten” is dus geen optie en zal opgevolgd worden met een loonsanctie. Valkuil is dat er wel degelijk communicatie en activiteiten hebben plaatsgevonden met uw zieke werknemer, maar dat dit niet voldoende blijkt uit de stukken die in het dossier aanwezig zijn. Het is dus zaak er voor te zorgen dat uw inspanningen aantoonbaar zijn, ook als deze niet tot resultaat hebben geleid. Zorg er bijvoorbeeld altijd voor dat telefoongesprekken worden geregistreerd en/of per email bevestigd, als u contact heeft gehad met bijv. bedrijfsarts of een andere externe deskundige.
2. Kansen gemist in spoor 1 (26%)
Zoals in onze vorige blog beschreven (http://www.intertransfer.nl/nieuws/blogs/303-toetsvragen-re-integratie) zorgt het in de ogen van het UWV missen van mogelijkheden in het eerste spoor ook voor een loonsanctie. U dient dus te kunnen aantonen waarom het eigen werk van de zieke medewerker niet passend te maken is (geweest). Dit dient tijdens de 2 ziektejaren op meerdere momenten bepaald en vastgelegd te worden. Als werkgever moet u ook de mogelijkheden binnen een andere functie in uw organisatie onderzoeken. Ook dit valt onder spoor 1 en moet voor het UWV beargumenteerd en schriftelijk vastgelegd worden.
3. Spoor 2 niet of onvoldoende ingezet (26%)
In ruim een kwart van de verzuimdossiers beslist het UWV om een loonsanctie op te leggen wegens het niet of onvolledig inzetten van een re-integratie 2de spoor traject. Volgens de Wet Verbetering Poortwachter heeft u als werkgever de verantwoordelijkheid om uw medewerker te ondersteunen bij het onderzoeken van de mogelijkheden voor passend werk bij een andere werkgever. Deze activiteiten moeten aantoonbaar in het verzuimdossier te lezen zijn. Bijvoorbeeld kan een plan van aanpak en voortgangsrapportages van een re-integratiebedrijf hiertoe bijgesloten worden. Naast het feit of een tweede spoor traject is ingezet, beoordeelt het UWV ook of zij van mening is dat dit een kwalitatief goed en passend traject is geweest. Tijdigheid is ook van belang. Zodra herplaatsing binnen de eigen organisatie niet of mogelijk niet binnen afzienbare tijd haalbaar is, moet re-integratie tweede spoor opgestart worden.
Actie
Voor u als werkgever is er natuurlijk alles aan gelegen om niet geconfronteerd te worden met een loonsanctie veroorzaakt door één van bovengenoemde redenen. Neem het heft dus in eigen hand door de juiste stappen te ondernemen en deze vooral ook schriftelijk vast te leggen, zodat altijd aantoonbaar is wat u wanneer gedaan heeft. Er blijken dus voldoende valkuilen in een re-integratietraject te zijn. Deze zijn veelal ook prima te vermijden!
Roeland Bridié en Moniek Jansen
www.intertransfer.nl