Resultaat
De einddoelstelling van ieder reintegratietraject is niet voor elke situatie hetzelfde. Het kan gaan om een passende baan bij een nieuwe werkgever, een passende functie bij de eigen werkgever, terugkeer in de eigen
(aangepaste) functie, het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, het voorkomen van een loonsanctie, etc. Dit alles bezien vanuit het gezamenlijke probleem van werkgever en werknemer en de Wet Verbetering Poortwachter.
Het bereiken van deze doelstellingen tijdens het re-integratietraject is vaak sterk afhankelijk van een aantal, soms moeilijk te beïnvloeden factoren. Niet alle relevante zaken zijn bij aanvang van een traject al volledig duidelijk. Bijvoorbeeld de mate waarin en de snelheid waarmee een langdurig zieke medewerker zal herstellen, is nogal onvoorspelbaar. Ook is niet altijd zeker hoe de motivatie van de (langdurig) zieke werknemer tijdens de uitvoer van het re-integratietraject zal zijn en blijven. Daarnaast blijken ook steeds vaker de omstandigheden bij de eigen werkgever tijdens de uitvoer van het traject te wijzigen. Waar dan eerst een eventuele mogelijkheid was voor terugkeer in de eigen functie (re-integratie eerste spoor), kan dat bijvoorbeeld door verslechtering van de medische situatie geen passende optie meer zijn. Met andere woorden, het doel kan vooraf helder zijn maar de weg er naartoe staat vaak nog niet vast of is aan verandering onderhevig.
Prestaties
Bovenstaande maakt de vraag naar de uitplaatsingsperscentages van een reïntegratiebureau wat ons betreft dan ook een hele uitdagende. Want als je daarover eerlijk wilt zijn, hoe ga je dan om met genoemde veranderingen tijdens de uitvoer van een re-integratietraject? Daarbij spelen ook andere omstandigheden een rol van betekenis. Neemt het re-integratiebedrijf bijvoorbeeld alle kandidaten “zomaar” in een standaard re-integratietraject, of doen ze een persoonlijke intake met een eerlijk advies. Welk budget er door de werkgever beschikbaar is, is in veel gevallen ook van invloed. En de mate waarin werkgever en zieke werknemer in gezamenlijkheid met het re-integratiebureau zullen samenwerken is ook erg bepalend voor de kans het gestelde resultaat te bereiken.
Dus?
Wat levert bovenstaande bespiegeling dan op? Hopelijk het besef dat er nogal wat onvoorspelbare aspecten binnen een re-integratietraject van invloed zijn op de te behalen resultaten. Deze aspecten moeten betrokkenen dus zeker niet over het hoofd zien. Daarom pleiten wij dan ook voor tussentijdse communicatie en afstemming, immers ‘niets is zeker’. Inmiddels weten we ook allemaal: ‘Behaalde resultaten uit het verleden, bieden geen garantie voor de toekomst.’
Reageren mag!
Moniek Jansen & Roeland Bridié
www.intertransfer.nl