De kantonrechter verklaart een werkgever niet ontvankelijk omdat de alcoholverslaving en daarmee het wegvallen van het vertrouwen in zijn werknemer, rechtstreeks voortvloeit uit de psychische aandoening van de werknemer.

De werknemer is sinds 1995 in dienst bij de KLM in de functie van Cabin Attendant (Purser). In  2009 heeft de werknemer tijdens een vlucht alcohol genuttigd waarna hij aan de werkgever verklaart een aantal jaren geleden een alcoholverslaving te hebben gehad en dat hij daarvoor in behandeling is geweest. De werkgever berispt de werknemer en waarschuwt dat bij herhaling zal worden overwogen om het dienstverband te beëindigen. Vervolgens hebben partijen een ‘anti-alcoholcontract’ getekend, die kort daarna is komen te vervallen omdat er bij de werknemer drie maanden achtereenvolgens geen alcohol in het bloed werd gevonden.

 

Schorsing 

In maart 2011 deelt de werknemer mee sinds zijn vakantie weer te drinken, maar zegt dit onder controle te hebben. Vervolgens meldt de werknemer zich op 1 mei 2011 ziek en op 2 mei 2011 schorst de werkgever de werknemer wegens het vermoeden van alcoholgebruik op een vlucht op 27 april 2011. De werknemer erkent dat er weer sprake is van een alcoholverslaving en laat zich wederom onder behandeling stellen. Zijn behandelend psychiater van de kliniek meldt dat werknemer sinds 2008 onder behandeling is vanwege een psychiatrische aandoening en verklaart dat zijn alcoholverslaving nauw samenhangt met deze aandoening.

 

Verzoek tot ontbinding 

KLM verzoekt de kantonrechter vervolgens om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van het wegvallen van het vertrouwen in de werknemer. De werkgever stelt dat de werknemer door het gebruik van alcohol tijdens werktijd in zijn functie als Purser, het personeel en de passagiers direct in gevaar heeft gebracht. De werkgever rekent het de  werknemer aan dat hij de voorschriften omtrent alcoholgebruik voor de tweede maal heeft geschonden en dat hij zijn psychiatrische aandoening heeft verzwegen. De werknemer beroept zich op de reflexwerking van het opzegverbod tijdens ziekte en stelt dat hij in staat moet worden gesteld om van de ziekte te herstellen.

 

De kantonrechter oordeelt dat de alcoholverslaving van de werknemer in direct verband staat met de psychische aandoening. Het wegvallen van het vertrouwen van de werkgever vloeit dan ook rechtstreeks voort uit de ziekte van de werknemer, wat betekent dat het opzegverbod tijdens ziekte gelding heeft. De werkgever wordt in het verzoek tot ontbinding niet ontvankelijk verklaard.

 

Rechtbank Haarlem (Sector kanton), 14 september 2011, LJN BT6776

 

Tip

Een verslaving aan verdovende middelen wordt in principe als ziekte aangemerkt. Het is een werkgever niet toegestaan om een werknemer te ontslaan wegens ziekte tijdens de eerste twee jaar van deze ziekte, dus ook in het geval van een alcoholverslaving. Een werkgever moet aannemelijk maken dat de ontslagwens geen verband houdt met de ziekte en dus met de verslaving maar zal bijkomende omstandigheden moeten stellen.