Het aantal ouderen tussen de 55 en 64 jaar dat betaalde arbeid verricht is tussen 2003 en 2006 gestegen van 43,3 procent naar 46,7 procent, zo meldt het Sociaal Planbureau.

Wanneer de deelname aan betaalde arbeid door deze groep op dezelfde wijze blijft groeien, zal de streefwaarde van het kabinet van minstens de helft arbeidsdeelname van deze groep in 2010 worden behaald. Van de groep 55-64-jarigen blijft het aandeel vrouwen kleiner dan het aandeel mannen.

 

Arm

Sinds het midden van de jaren negentig stijgt de koopkracht van ouderen. De inkomensongelijkheid onder ouderen is de laatste jaren licht toegenomen. Het percentage armen onder 65-plussers is echter lager dan het percentage armen onder de totale bevolking, respectievelijk 2,8 procent en 6,1 procent. Allochtone ouderen en mensen met een onvolledige AOW en zonder pensioen zijn wel vaker armer dan de rest van de Nederlandse bevolking.