De werkneemster werkt bij een apotheek die 24 uur per dag open is. De apotheek wordt ’s nachts overvallen waarna de werkneemster vanaf de eerste verdieping uit het raam springt. In eerste aanleg wijst de rechtbank de vordering tot schadevergoeding af waarvan de werkneemster in hoger beroep gaat.

Op een nacht was de werkneemster als enig personeelslid in het pand toen om 03.00 uur drie personen via de achterkant het pand zijn binnengedrongen. Toen twee vermomde inbrekers op de eerste verdieping kwamen waar de werkneemster zich ook bevond, is zij uit angst uit het raam gesprongen. Door de val is de rechterenkel van de werkneemster verbrijzeld, heeft zij een fractuur aan haar stuitje opgelopen en twee wervels gebroken. De werkneemster is bijna vier weken in een ziekenhuis verpleegd, en heeft twee weken intern gerevalideerd. De buit van de inbrekers bedroeg honderd euro.

Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de werkgever aan de zorgverplichting voldaan, en wijst de vordering van de werkneemster af. In hoger beroep stelt het hof voorop dat de lat voor een werkgever hoog ligt; niet snel mag worden aangenomen dat hij heeft voldaan aan de op hem rustende zorgplicht.

Rekening houden met overval?

Gelet op de vestigingsplaats Maastricht (waar in dezelfde tijd in de regio al eerder meerdere apotheken doelwit waren van inbraken), de branche (een apotheek met waardevolle goederen, in de zin dat deze goederen beperkt beschikbaar zijn, een bijzondere werking hebben en veelal niet goedkoop zijn), de openingstijden (24 uur per dag en dus ook ’s nachts), de aanwezigheid van slechts één werknemer in de nachtelijke uren en de aanwezigheid van contant geld, diende de werkgever er naar het oordeel van het hof mee rekening te houden dat haar apotheek doelwit zou kunnen worden van een overval. Dat de deskundige in de RI&E dit risico niet heeft genoemd maakt het oordeel niet anders.

Maatregelen

Van de werkgever had verwacht mogen worden dat zij zich er rekenschap van gaf dat er een risico bestond dat haar apotheek zou worden overvallen, en dat voor de toetreding tot het pand de achterzijde daarbij de kwetsbaarste plek zou zijn. Deze omstandigheden hadden de werkgever ertoe moeten brengen ook aan die achterzijde verdere veiligheidsmaatregelen te treffen, al was het maar door aan de achterzijde de ramen te voorzien van gepantserd glas of iets dergelijks. De werkneemster had ook geïnstrueerd moeten zijn hoe te handelen bij onraad. Er bestaat een niet te verwaarlozen kans dat de gevolgen voor de werkneemster minder ernstig zouden zijn geweest indien zij was geïnstrueerd.

Daaruit volgt naar het oordeel van het hof dat de werkgever niet alle maatregelen genomen heeft en niet alle aanwijzingen gegeven heeft die redelijkerwijs nodig zijn om de schade die het gevolg is van een overval te voorkomen. De werkgever is tekortgeschoten in haar zorgplicht en is aansprakelijk voor de door de werkneemster geleden schade.

Tip

De zorgplicht van de werkgever beoogt niet een absolute waarborg te scheppen om een werknemer tegen gevaar te beschermen. Een werkgever mag echter niet snel aannemen dat aan de op hem rustende zorgverplichting is voldaan.

Bron: Rechtbank Limburg, sector kanton, loc. Maastricht, ECLI:NL:RBLIM:2014:873

Zie ook: Aansprakelijkheid werkgever na sprong uit het raam

Hof ’s-Hertogenbosch, 10 februari 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:453