De zaak gaat terug tot 2019, toen de werknemer in dienst trad van de groothandel. Hij werd er financieel directeur, ook van het moederbedrijf in Australië. De eigenaren waren een bevriend stel. Daar ligt ook de bron van wat uitgroeide tot een conflict dat voor de rechter kwam.
De kwestie bleef in eerste instantie nog puur privé. Dat was toen de financieel directeur ongeveer een jaar na indiensttreding het contact verbrak met zijn ouders, vanwege seksueel misbruik in zijn jeugdjaren. Omdat zijn werkgevers ook contact hadden met de familie van de financieel directeur, vroeg hij hen om dat contact voortaan uit de weg te gaan.
De financieel directeur werd zo in beslaggenomen door het verwerken van zijn verleden en een aanklacht tegen zijn ouders, dat hij zich ziek meldde. De werkgever schakelde daarop de arbodienst in. De situatie dreigde echter conflictueus te worden toen de financieel directeur merkte dat er contact was geweest tussen zijn werkgever en zijn ouders.
De onderlinge communicatie was zo moeizaam dat de dokter mediation adviseerde
De werkgever probeerde dat contact te nuanceren, maar dat leidde ertoe dat de verhouding met de financieel directeur verslechterde. De bedrijfsarts verklaarde hem niet in staat om te werken en stelde dat er sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding. De onderlinge communicatie was zo moeizaam dat de dokter mediation adviseerde.
De geschilbemiddeling bracht de werkgever en de financieel directeur niet nader tot elkaar. In juni 2021, bijna twee jaar na indiensttreding, was de mediation definitief als mislukt aangemerkt. Het resultaat was dat de financieel directeur een klacht indiende tegen zijn werkgever bij de OAIC, de Australische privacywaakhond.
Een aantal maanden later was de arbeidsongeschiktheid voorbij, zo oordeelde de bedrijfsarts. Maar het arbeidsconflict was er nog steeds. Toen de werkgever de financieel directeur weer beter meldde, vocht deze dat aan. Na een keuring stelde het UWV hem in het gelijk. In het voorjaar van 2022 kreeg hij een Ziektewetuitkering.
De werkgever stapte daarop naar de kantonrechter voor ontbinding van het arbeidscontract
De werkgever stapte daarop naar de kantonrechter voor ontbinding van het arbeidscontract en was bereid om vijfduizend euro transitievergoeding te betalen. De werkgever eiste wel compensatie van de proceskosten.
Bij de kantonrechter vroeg de financieel directeur ontbinding vanwege een verstoorde arbeidsrelatie. Hij had ook nog een financiële eis: 400.000 euro aan ontslagvergoeding wegens verloren arbeidsjaren. Daarnaast eiste hij ook 23.000 euro voor advocaatkosten, 50.000 euro wegens schending van de privacy en 75.000 euro aan immateriële schadevergoeding.
Het vonnis was voor beide partijen tegenvallend. De kantonrechter wees de vordering voor ontslag op g-grond toe, met toewijzing van een transitievergoeding van 6.500 euro.
De werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld, vanwege het schenden van de privacy van de werknemer
De werknemer ging in hoger beroep bij het hof van Amsterdam. Dat oordeelde dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, vanwege het schenden van de privacy van de werknemer. Er was een aannemelijk bewijs van contacten tussen de bedrijfsleiding en de ouders van de financieel directeur. Het hof wees dit aan als oorzaak van de verstoorde arbeidsrelatie.
Het hof was tot een ander vonnis gekomen, maar dat was gematigder dan de eisen van de financieel directeur. Hij kreeg in totaal 60.000 euro toegekend, het verloren salaris tijdens de conflictperiode minus de verkregen ziektewetuitkering.
Voor de werkgever was dit een enorme, onvoorziene kostenpost. Dit omdat lichtzinnig is omgesprongen met de privacy van een werknemer.