In Nederland is de arbeidsparticipatie weliswaar de hoogste van Europa, maar die van mensen met beperkingen blijft achter. Dat bleek uit een rapport van het SCP in augustus 2012. Eén van de conclusies van het rapport was dat de financiële prikkels om arbeidsgehandicapten aan werk te helpen vaak niet goed werken. Vooral aan werkgeverskant niet. Ook behoren de Nederlandse uitgaven aan arbeidsongeschiktheid al jaren tot de hoogste in Europa.
Breder bewustzijn
Een van de bedrijven die al arbeidsgehandicapten in dienst heeft is ABN AMRO. “ABN AMRO is intrinsiek gemotiveerd om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt met een arbeidshandicap kansen te bieden binnen onze organisatie,” zei Caroline Princen, lid van de RvB van ABN AMRO op 14 februari ter gelegenheid van het presenteren van de CAP100 Toolkit Roadmap to Succes. Princen: “Het is een belangrijk signaal aan mensen met een beperking dat zij het verschil kunnen maken in ons bedrijf, nu en in de toekomst. Want ook mensen met een beperking horen bij het potentieel waar je als werkgever naar zoekt. Door enthousiasme, inzet, en met name doorzettingsvermogen openen zij de ogen van collega’s en leidinggevenden, geven hen een breder bewustzijn. Ook onze diensten en producten worden door deze collega’s eens van een andere kant bekeken. Staan onze geldautomaten bijvoorbeeld wel op de juiste hoogte om te kunnen pinnen vanuit een rolstoel?”
Divers personeelsbestand
Voor ABN AMRO speelt ook diversiteit een rol: arbeidsgehandicapte medewerkers passen in een divers personeelsbestand. Dat is een belangrijke doelstelling van de bank aldus Yelly Weidenaar, Hoofd Diversity & Inclusion: “We weten inmiddels dat divers samengestelde teams betere beslissingen nemen. En dat een personeelsbestand dat een afspiegeling is van de samenleving, beter aanvoelt wat de klanten van ons verwachten. Mensen met beperkingen horen ook daarom thuis binnen de organisatie.”
Denken in mogelijkheden
Dat drempels te overwinnen zijn, is de ervaring van ABN AMRO. Al had de organisatie al arbeidsgehandicapten in dienst, is er met de 11 plaatsingen in samenwerking met CAP100 een leerproces op gang gekomen. Het laat medewerkers anders kijken naar medemensen met een handicap in een werkomgeving. Weidenaar: “Natuurlijk hebben deze medewerkers meer begeleiding nodig, ze zijn wat minder mobiel door bijvoorbeeld een rolstoel, hebben mentaal coaching nodig, het kost meer tijd. Maar na enige gewenning kun je voorbij de handicap van mensen kijken. Dan zie je welke talenten daar achter zitten. Dat is eerst lastig, maar als je eenmaal over die drempel heen bent, geeft dat een sterke motivatie. Je gaat denken in mogelijkheden. Het zet meer in beweging dan het zoveelste rapport presenteren.”
Quotum
Weidenaar geeft toe dat het huidige aantal arbeidsgehandicapte medewerkers nog maar een bescheiden begin is en niet genoeg om te voldoen aan het voorgenomen quotum van 5 procent. “Een quotum stemt zeker tot extra nadenken over de vraag waar leidinggevenden en teams tegen aan gaan lopen bij het in dienst nemen van mensen met een beperking. Daarbij willen wij toch vooral kijken naar wat mensen wel kunnen binnen het normale arbeidsproces.”
Participatiewet
Het huidige kabinet wil met sociaal beleid bouwen aan de ‘participatiemaatschappij’: wie kan werken, hoort niet afhankelijk te zijn van een uitkering. Toch kunnen mensen met een bijstandsuitkering of met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking vaak maar moeilijk werk krijgen. Daarom komt het kabinet met nieuwe regels in de Participatiewet die per 1 januari 2014 moet ingaan. Deze wet voegt de Wet Werk en Bijstand (WBB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wajong samen en vervangt de eerder voorgestelde Wet Werken naar Vermogen (WWNV). Steen des aanstoots is de voorgestelde quotumregeling: per 1 januari 2014 moeten bedrijven met meer dan 25 werknemers tenminste 5 procent werknemers met een arbeidshandicap in dienst hebben. Jetta Klijnsma, Staatssecretaris van SZW (PvdA), houdt bovendien vast aan het plan om bedrijven die daaraan niet voldoen, een boete van 5000 euro per werkplek op te leggen. De werkgeversorganisaties zijn fel tegen deze regeling. De komende weken gaat het kabinet in overleg over een nieuw sociaal akkoord. Hoe dit het wetsvoorstel gaat beïnvloeden, is nog niet duidelijk.