Op werkgevers rust een zorgplicht voor de veiligheid van werknemers. Schiet de werkgever hierin tekort, dan kan de werkgever aansprakelijk zijn voor door de werknemer geleden schade. De werknemer moet dan succesvol kunnen aantonen dat de schade is geleden ‘in de uitoefening van diens werkzaamheden’.
Het inhuren van een derde partij betekent niet dat de werkgever niet zelf aansprakelijk kan zijn voor geleden schade
Dat klinkt misschien niet zo ingewikkeld, maar in de praktijk blijkt die beoordeling soms lastig. Hoe zit het bijvoorbeeld als de werknemer niet aan het werk is maar er wel een duidelijke connectie bestaat met de werkzaamheden, zoals bij een bedrijfsuitje?
Uitoefening van de werkzaamheden
De zorgplicht is niet beperkt tot alleen de eigenlijke werkplek van de werknemer, zoals het kantoor van de werkgever. Het criterium ‘schade in de uitoefening van de werkzaamheden’ moet ruim worden uitgelegd.
Van schade tijdens de uitoefening van de werkzaamheden kan ook sprake zijn als deze is veroorzaakt buiten de (normale) werktijd of werkplek. Van belang is dan wel dat de oorzaak nauw verband houdt met de uitoefening van de werkzaamheden.
Nauw verband met het werk
Om schade die is veroorzaakt op een bedrijfsuitje te kunnen verhalen op de werkgever – op grond van schending van de zorgplicht – moet beoordeeld worden of sprake is van een voldoende nauw verband tussen de activiteiten en de werkzaamheden. De feitelijke omstandigheden spelen een grote rol in deze beoordeling, maar relevante aspecten zijn in ieder geval:
• Plaats en tijd
Het moment waarop de activiteit plaatsvindt is van belang. Bij bedrijfsuitjes die plaatsvinden onder werktijd zal sneller sprake zijn van een voldoende nauw verband. Zo blijkt bijvoorbeeld al uit een uitspraak van de rechtbank Utrecht uit 1997. Tijdens een tweedaags programma werden de bedrijfsresultaten van de werkgever gepresenteerd.
Er waren officiële programmaonderdelen en niet-officiële onderdelen, zoals een ritje over de heide in een Landrover. Tijdens deze facultatieve ontspannende activiteit raakte een werkneemster gewond. De rechter oordeelde dat sprake was van een nauw verband met het werk, omdat deze rit had plaatsgevonden tussen twee zakelijke bijeenkomsten in (bekendmaking van bedrijfsresultaten en een toespraak van de directie).
• Vrijwillige of verplichte deelname
Een voldoende nauw verband wordt sneller aangenomen als deelname aan het bedrijfsuitje verplicht is of sterk wordt aangemoedigd door de werkgever. Uit de rechtspraak blijkt dat ook de functie van de werknemer hierin een rol kan spelen. Als een werknemer zich minder makkelijk aan het uitje kan onttrekken, is sneller sprake van een nauw verband met de werkzaamheden.
Zo oordeelde bijvoorbeeld het Hof ’s-Hertogenbosch dat een uitstapje naar het strand, hoe luchtig ook, niet vrijblijvend was. Meegewogen werd het feit dat de werknemer die daar schade opliep, gelet op zijn functie als manager, het goede voorbeeld moest geven.
• Het doel van het uitje
Ook het doel van het uitje speelt een rol. Zo blijkt bijvoorbeeld uit een uitspraak van de rechtbank Utrecht uit 2012. De werkgever organiseerde elk jaar een landelijke personeelsdag. Tijdens een editie daarvan raakte een werknemer gewond bij een speedboottocht. De rechter oordeelde dat sprake was van een voldoende nauwe band ook vanwege het doel van de personeelsdag.
Het feit dat de personeelsdag bedoeld was om de onderlinge banden en teamspirit tussen alle werknemers te versterken, diende volgens de rechter het bedrijfsbelang van de werkgever. Ook werd deelname door werknemers als sociale verplichting ervaren.
Goed werkgeverschap
Als een voldoende nauwe band ontbreekt, dan zal aansprakelijkheid door schade op een bedrijfsuitje wegens een schending van de zorgplicht niet aan de orde zijn. Dat zal in de praktijk vaak het geval zijn omdat bedrijfsuitjes meestal een recreatief doel hebben en deelname daaraan niet verplicht is.
Dat betekent niet dat de werknemer de schade dan niet op de werkgever kan verhalen. Aansprakelijkheid kan dan ook op grond van goed werkgeverschap worden aangenomen. Zo is een werkgever op grond van goed werkgeverschap bijvoorbeeld gehouden om preventieve maatregelen te nemen voor personeelsactiviteiten en bedrijfsuitjes waaraan een bijzonder risico op schade voor de deelnemende werknemers verbonden is.
Tips voor acties en preventieve maatregelen
- Oriënteer je voorafgaand aan het bedrijfsuitje op de aan het uitje verbonden potentiële gevaren. Neem vervolgens voldoende preventieve maatregelen om deze te voorkomen. Blijkt dat de activiteit een verhoogd risico met zich meebrengt, dan is het misschien beter om een alternatief te kiezen.
- Indien nodig, zorg dan voor voldoende veiligheidsinstructies en voorzieningen. Denk aan waarschuwingen, een goede briefing, begeleiding en beschermingsmiddelen.
- Oefen geen druk uit op werknemers om deel te nemen aan fysieke of gevaarlijke activiteiten.
- Zorg voor adequate (ongevallen)verzekeringen. Check of je bestaande verzekering ook dekking biedt voor schade tijdens bedrijfsuitjes.
- Geef het duidelijk aan als een bedrijfsuitje niet verplicht is, ongeacht de positie van de werknemer.
- Plan bedrijfsuitjes zo veel mogelijk buiten werktijd in.
- Communiceer vooraf duidelijk de gedragsregels aan de werknemers (bijvoorbeeld ook met betrekking tot gebruik van alcohol, zie hieronder).
- Voorkom of beperk alcoholgebruik. Het is verstandig om het (preventie)beleid ten aanzien van alcoholgebruik ook op te nemen in het personeelshandboek.
- Het kan verstandig zijn om de organisatie uit te besteden aan een derde partij die daarin gespecialiseerd is (bijvoorbeeld een evenementenbureau). Zij hebben vaak meer expertise en ervaring in het organiseren van dergelijke uitjes. Maar let op: het inhuren van een derde partij betekent niet dat de werkgever niet zelf aansprakelijk kan zijn voor geleden schade.