Zo maakt slechts 27% van de respondenten normaal gesproken een dagplanning en legt 31% zijn computer ook echt weg en doet hem uit na het werk. Ook is er weinig animo voor virtuele sociale activiteiten. De meeste mensen (78%) doen niet (meer) mee.
Verbinding met anderen is juist een belangrijk onderdeel van de gezondheid, waaruit juist veel energie gehaald kan worden. Medewerkers stimuleren om toch echt te blijven meedoen aan de virtuele koffiechat en online evenementen is dus belangrijk. Ook al zeggen mensen dat ze het allemaal wel hebben gezien, wellicht is het wel het enige sociale contact dat ze die dag hebben.
Een andere gewoonte die kan helpen de grens tussen werk en privé (stressfactor nummer één) strak te trekken is het scheiden van de werkplek en de plek waarin men ontspanning zoekt. Slecht 38% doet dit. Bijna de helft (48%) gaat wel even van de werkplek weg als er een pauze wordt genomen om zowel het lichaam als de geest even afstand van het werk te gunnen.
Ook al zijn dit allemaal kleine en simpele gewoontes, toch kunnen deze een verschil maken. Nu de normale structuur van het leven door Covid-19 ontwricht is, helpt het om thuis en in je werk in ieder geval wél een bepaalde mate van structuur aan te houden. Het maken van een dagplanning hoort daarbij. Het helpt ook om die planning niet alleen in je hoofd te hebben (iets wat 19% doet), maar om deze ook op te schrijven, op papier, of in een taakmanager, projectplanningssyteem of digitale agenda (de populairste optie voor 26%). Het afvinken van een taak geeft namelijk voldoening, daarmee is weer een doel bereikt, hoe klein dat doel ook is, toch geef je er een beetje betekenis mee aan je leven.