Diversiteit en inclusie gaat mede over het nastreven en realiseren van gelijke kansen. Veel werknemers onderschrijven dat uitgangspunt, maar niet iedereen. In Nederland zijn zeven op de tien werknemers het eens met het uitgangspunt dat iedereen gelijk behandeld moet worden, ongeacht, huidskleur, geslacht en leeftijd. Bijna een derde vindt dat niet of onthoudt zich van een mening.
Dit komt naar voren uit onderzoek onder ruim dertienduizend werknemers in dertien Europese landen van online trainer GoodHabitz, in samenwerking met onderzoeksbureau Markteffect. Vooral elders in Europa is de behoefte aan meer diversiteit en inclusie groot.
Gebrek aan prioriteit
Dat D&I niet verder inburgert op de werkvloer komt door een gebrek aan prioriteit, stelt Wendy Broersen, inclusie-expert en CEO/founder van Superpeople Company. “Het belang van D&I is inmiddels wel doorgedrongen bij de meeste werkgevers, het mkb loopt daarin nog wel wat achter. Veel van de D&I-activiteiten gebeuren echter op basis van vrijwilligheid. Dat betekent dat er naast het gewone werk, activiteiten worden georganiseerd over bewustwording van mogelijke vooroordelen, praatkringen en kennissessies over bepaalde moeilijkheden die minderheidsgroepen ervaren.
“Deze activiteiten krijgen vaak de financiële steun van de werkgever, maar ze hebben vaak weinig structuur en zijn ook niet strategisch. Daarnaast wordt er te weinig over gecommuniceerd. Dat maakt deze activiteiten minder effectief en daardoor voelen werknemers niet de verandering waarnaar ze op zoek zijn.”
“Die vrijwilligheid geeft ook het gevoel dat de werkgever dit minder belangrijk vindt. Als het echt zo belangrijk was zou je dat gewoon onder werktijd mogen doen of zou het management ook wat meer initiatief tonen. Bijvoorbeeld door D&I zelf als taak te definiëren, er KPI’s op te zetten en daar iemand voor aan te stellen. Allemaal nodig om structureel verandering in gang te zetten en daarmee ook de verandering voelbaar en merkbaar te maken.”
Niet duidelijk waar D&I toe moet leiden
Volgens het onderzoek van GoodHabitz is het op dit moment nog geen uitgemaakte zaak waar D&I op de werkvloer toe moeten leiden. Bijna 3 op de 4 werknemers in Nederland vinden dat culturele verschillen tussen individuen bespreekbaar moeten zijn in de organisatie. Een kleine minderheid (3%) voelt zich niet veilig om met collega’s over dit onderwerp te praten.
Wat betreft openheid over geaardheid zijn de meningen ook niet unaniem. Driekwart van de Nederlandse werknemers stelt dat mensen daar open over kunnen zijn, maar een kwart spreekt zich hierover niet of anders uit.
Nog verder lopen de meningen uiteen over de rol van geslacht op salaris. In Nederland denkt twee derde van de werknemers dat geslacht geen invloed heeft op het salaris. Acht procent denkt het omgekeerde. Vrouwen zijn hier significant kritischer in dan mannen.
Hoe D&I bevorderen? Geen taak van alleen HR
Over het bevorderen van D&I hebben de ondervraagde medewerkers ook een mening: meer trainen voor persoonlijke ontwikkeling, zegt bijna twee derde. Dat helpt om er de juiste soft skills voor te ontwikkelen. Maar volgens Wendy Broersen is een HR-oplossing te eenvoudig gedacht. “Deze taak hoort niet bij HR te liggen, tenminste niet volledig. Om echt effectief te zijn en een verandering in te zetten, hoort de verantwoording bij verschillende managementlagen te liggen. HR heeft doorgaans een faciliterende rol, waardoor de kracht om bepaalde veranderingen gewoon door te voeren, ontbreekt.”