Na het van kracht worden van de coronamaatregelen geeft een deel van de werknemers aan dat ze grotendeels thuis zijn gaan werken. Drie maanden na de start van de maatregelen werkt 44 procent van de mensen thuis, waarvan tweederde volledig. Vooral hoogopgeleide werknemers en werknemers tussen de 25 en 54 jaar oud werken veel (deels) thuis. Thuiswerken gebeurt het meeste in de financiële dienstverlening en de ICT. 7 op de 10 werknemers werkt (ook) op locatie bij de werkgever, waarvan 78% volledig. Vooral werknemers met een lagere of middelbare opleiding werken vaak (deels) op locatie. Het gaat vooral om werknemers die werkzaam zijn in de horeca, zorg en de bouw.
Meer gewerkte uren
Naast de verandering van de werkplek zijn werknemers ook meer gaan werken. Ruim een derde van de thuiswerkers en een kwart van werknemers op locatie geeft aan meer uren te werken dan voor de crisis. Ruim 61 procent van de werknemers werkt in de corona tijd (soms) over. Dat is minder dan pre corona toen 75 procent van deze mensen soms overwerkte. Voor corona werkten deze werknemers gemiddeld 4 uur per week over, medio 2020 was dit gestegen naar 11 uur per week.
Gezondheid en werk/privé-balans niet verslechterd
Ondanks deze intensivering laat het TNO-onderzoek geen verandering in de gezondheid zien. Ruim 8 op de 10 werknemers noemt de eigen gezondheid goed tot zeer goed, dat is zelfs iets meer dan voor de COVID-19 crisis. Het aandeel werknemers met burn-out klachten blijft met 17% onverminderd hoog; zowel bij thuiswerkers als bij mensen die op locatie werken. Ook de werk-privé balans lijkt drie maanden in de crisis niet verslechterd: 9 op de 10 werknemers geeft aan dat de werk/privé-balans op orde is. Dit is vergelijkbaar met 2019.
Vervolgmeting
Ondanks dat het werk veranderde was de gezondheid van werknemers drie maanden in de crisis niet verslechterd. Dit duidt op een goede veerkracht bij de werknemers. Verder onderzoek zal uit moeten wijzen wat de effecten op lange termijn zijn en of er risicogroepen te ontdekken zijn die aandacht behoeven. In het laatste kwartaal van 2020 zal TNO een vervolgmeting bij deze werknemers doen om ook de langetermijneffecten in kaart te brengen.
* De cijfers zijn gebaseerd op het NEA-COVID-19 onderzoek. Dit is een vragenlijst-onderzoek onder 10.616 deelnemers die ook de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2019 hebben ingevuld. Het veldwerk voor de NEA-COVID-19 is uitgevoerd tussen eind juni en eind juli 2020, 3 maanden na de start van de maatregelen en voor de opleving van COVID-19 in augustus 2020. De data zijn gewogen naar geslacht, leeftijd, onderwijs, en sector en zijn daarmee zo representatief mogelijk gemaakt voor de Nederlandse werknemer. De gegevens worden gekoppeld aan de oorspronkelijke NEA-data om zo een vergelijking met 2019 te kunnen maken. De genoemde cijfers hebben betrekking op werknemers uit 2019 die medio 2020 werkten.