Zoals het een gegeven is dat we allemaal ouder worden, is ook de vergrijzing van de Nederlandse beroepsbevolking inmiddels een economische realiteit. De arbeidsparticipatie van de groep 50 plussers neemt fors toe.

In 1990 werkte slechts 35 procent van de 50- tot 65-jarigen. In 2012 was dat al opgelopen tot 62 procent en die trend zet zich verder voort. Toch kleeft er – nog steeds – een negatief imago aan de bijdrage van ‘ouderen’ op de arbeidsmarkt en dat is onterecht. De toenemende inzet van deze groep werkenden is in meerdere opzichten een positieve ontwikkeling voor de Nederlandse arbeidsmarkt en biedt kansen die bedrijven moeten benutten.

Laten we om te beginnen eens naar de top van het Nederlandse bedrijfsleven en politiek kijken. Daar loopt een flink aantal zeer inspirerende en keihard werkende 65+ers rond. Denk aan Jan Hommen, die er na zijn afscheid als bestuursvoorzitter van ING Groep voor koos om CEO te worden van accountantsgigant KPMG. Dat bedrijf verkeerde op dat moment in tamelijk zwaar weer, dus Hommen ging wederom een stevige uitdaging aan. Hij is inmiddels de 70 gepasseerd.

Andere sprekende voorbeelden zijn Eurocommissaris Neelie Kroes (73), televisie- en theaterproducent Joop van den Ende (72) en VNO-NCW voorzitter Bernard Wientjes (71). Stuk voor stuk mensen die er niet over lijken te piekeren om het rustiger aan te gaan doen. Bovendien, ook niet onbelangrijk: zij stralen uit met veel passie en plezier invulling te geven aan hun rol.

Hard werkende ‘seniore’ werknemers zijn uiteraard niet alleen te vinden in de top van organisaties. Maar diezelfde top doet er goed aan deze groep in de gaten te houden. Zo heeft autofabrikant BMW in Duitsland een fabriek waar enkel mensen van boven de 50 werken. Wat blijkt: de arbeidsproductiviteit van de assemblagelijnen die bemand zijn door oudere werknemers is hoger dan wanneer daar jonge mensen staan. Vergelijk dit treffende praktijkvoorbeeld eens met wat het Nederlands Demografisch Instituut zo’n zeven jaar geleden nog schreef over oudere werknemers: ‘een veroudering van het personeelsbestand betekent in de ogen van werkgevers toenemende kosten en een productiviteitsontwikkeling die daarmee geen gelijke tred houdt.’ Dat lijkt zeker nu wat kort door de bocht.

Er zijn vele overtuigende argumenten te noemen waarom de toenemende vergrijzing van het arbeidspotentieel zeker geen slecht nieuws is voor organisaties, maar ook niet voor de betrokkenen zelf:

  • In sectoren waar sprake is van een tekort aan (jonge) vakmensen, zijn oudere collega’s door hun kennis en ervaring hun gewicht goud waard, ook omdat zij kunnen worden ingezet voor training van nieuw personeel. Met name MKB bedrijven, die doorgaans over een beperkt opleidingsbudget beschikken, maken op dit punt vaak gebruik van ervaren medewerkers uit de eigen organisatie.
  • De uitdrukking ‘wijsheid komt met de jaren’ is er niet voor niets: in veel gevallen zijn oudere werknemers een stabiele factor binnen de organisatie, waar jongere mensen – hoewel soms zelfs hoger op de ladder – naartoe gaan voor advies en coaching. Onderzoek laat bovendien zien dat de aanwezigheid van oudere werknemers zorgt voor meer teamwork.
  • Er zijn ondernemingen, bijvoorbeeld in de retail-sector, die actief zoeken naar oudere werknemers, omdat er sterke aanwijzingen zijn dat deze in veel gevallen klantgerichter en meer dienstverlenend zijn, uiteraard twee factoren die in belangrijke mate bijdragen aan het onderscheidend vermogen van ondernemen. In de Verenigde Staten is dit voor bijvoorbeeld McDonalds en Home Depot een overweging om meer ervaren mensen in dienst te nemen.
  • Naast voordelen voor sectoren en organisaties, kan het ook op individueel niveau aantrekkelijk zijn om langer door te werken dan wat volgens traditionele opvattingen gebruikelijk is. Werken maakt het leven in potentie interessanter. Uiteraard zijn er banen te bedenken die mind numbing zijn, maar een actieve deelname aan de economie in de vorm van een carrière zorgt gemiddeld genomen voor meer levensgeluk en een groter gevoel van eigenwaarde.

Er is nog een flink aantal ondernemingen dat oudere werknemers op beleids- en operationeel niveau benadert als mensen die met één been in hun pensioen staan. Dat is om te beginnen niet in lijn met de realiteit, namelijk dat er een maatschappelijke en economische noodzaak is om mensen langer te laten werken, maar het is ook een gemiste kans om bestaand arbeidspotentieel optimaal te benutten. Zij zouden zich moeten laten inspireren door de succesvolle ‘veteranen’, van boardroom tot fabrieksvloer.