Kennis over de eigenschap hoogsensitiviteit is nog weinig verspreid. HR-professionals kennen de term vaak wel, maar wat het op de werkvloer betekent is niet altijd duidelijk. Zijn hoogsensitieve personen (hsp) betrouwbare medewerkers? Raken zij relatief vaak burn-out? Is het wel verstandig hen aan te nemen? Hoogsensitieve werknemers zijn inderdaad gevoeliger voor een burn-out vanwege hun stressgevoeligheid en hun karakter. Hun talenten zijn echter onmisbaar op de werkplek. En in de juiste omstandigheden excelleren zij.

Een hoogsensitieve werknemer is goud waard. Offermans (2015) en Baar (2017) gaan in hun boeken over hoogsensitieve werknemers uitgebreid in op de voordelen van deze eigenschap op het werk. Hoogsensitieve mensen zijn vaak goed in hun werk en hebben oog voor de wensen van klanten. Om dit uit te leggen zal ik eerst iets meer vertellen over de eigenschap hoogsensitiviteit.

Eigenschap

Hoogsensitiviteit is een eigenschap. Net zoals bijvoorbeeld extraversie dat is. Onderzoek naar hoogsensitiviteit is echter pas sinds de jaren negentig op gang gekomen, vooral door het pionierswerk van Elaine Aron. Zij introduceerde Sensory Processing Sensitivity, de wetenschappelijke term voor hoogsensitiviteit.  Deze eigenschap kenmerkt zich door gevoeligheid voor (omgevings)prikkels en een intense verwerking van die prikkels (Aron, 1997). Hoogsensitieve mensen blijken meer hersenactiviteit te vertonen als ze informatie verwerken (Acevedo, 2014). Ze zijn sneller en accurater in het uitvoeren van taken door hun aandacht voor details (Gerstenberg, 2012). Daarnaast zijn ze sterk gericht op de sociale context; hoe voelt de ander zich en wat betekent dat voor mij. In de hersenen is te zien dat bij elke informatieverwerking ook nagedacht wordt over welke actie het meest geschikt is (Acevedo, 2014). Hoogsensitieve mensen merken dus meer signalen op dan de gemiddelde mens en zijn bovendien bewuster bezig met het plannen van de relevante actie.

Stress

Hun snellere en betere prestaties maken dat hoogsensitieve mensen vaak zeer kundig en zorgvuldig zijn in het werk dat zij doen. Door de werking van hun hersenen, zijn ze bovendien in staat met creatieve oplossingen te komen. Een grote pré voor de hoogsensitieve werknemer dus. Na hun taak ervaren hoogsensitieve mensen echter meer stress (Gerstenberg, 2012). De intensere verwerking ‘kost’ dus wel wat. En de vatbaarheid voor stress (Van Hoof, 2016) is het grootste probleem op de werkplek.

Burn-out

Ook al bestaan er geen goede cijfers over hoe vaak hoogsensitieve mensen burn-out raken, het lijkt er wel op dat zij sneller uitvallen. Uit onderzoek van Evers (2008) blijkt hoogsensitiviteit samen te hangen met chronische stress. Bovendien blijkt hoogsensitiviteit (of Sensory Processing Sensitivity) een risicofactor te zijn voor psychologische stress (Liss, 2005) en voor gezondheidsklachten (Benham, 2006). Hoogendijk en De Rek (2017) zien burn-out als een stressgerelateerde aandoening. Als een werknemer niet voldoende rust neemt, dan zullen de vermoeidheidseffecten na langdurige stress zich opstapelen en op den duur resulteren in (chronische) gezondheidsklachten, zoals burn-out.

Kunnen en willen

Wilmar Schaufeli, hoogleraar werk- en organisatiepsychologie, vat de definitie van een burn-out als volgt samen. Het is een energiestoornis waarbij mensen zowel niet meer kunnen (door uitputting) als niet willen (door distantie). Een andere verklaring voor burn-out is die van pionier Maslach. Zij zet emotionele belasting centraal. Maslach beschreef dat in de zorgende beroepen veel mensen werkten die door het intensieve contact met hun patiënten of leerlingen emotioneel uitgeput raakten. Als reactie op die emotionele uitputting trokken sommige mensen zich psychisch terug uit de relatie met hun cliënt. Maslach noemt dat ‘depersonalisatie’. Dat geeft inderdaad rust, maar je functioneert daardoor ook minder goed. Daardoor ga je twijfelen aan je eigen competentie. Op deze manier ontstaan de drie dimensies van burn-out zoals zij die benoemd heeft: emotionele uitputting, depersonalisatie of distantie, en verminderde competentie.

Hoogsensitiviteit en emotionele betrokkenheid

Hoogsensitieve personen zijn sterk afgestemd op de emoties van anderen (Acevedo, 2014). Een proces van emotionele overbelasting, van desillusie en van gebrek aan wederkerigheid ligt dan ook snel op de loer. Acevedo geeft op basis van haar onderzoek aan dat hoogsensitieve mensen zich als bescherming terug zullen trekken uit sociale contacten. Precies zoals dat ook beschreven is bij het proces van emotionele overbelasting en depersonalisatie. Het grote verantwoordelijkheidsgevoel maakt dat hoogsensitieve mensen ‘hard lopen’ voor hun baas. Tegelijkertijd hebben ze wel de waardering (vaak nog meer emotioneel dan financieel) nodig (Van Hoof, 2016). Als die uitblijft komt dat bij hsp hard binnen.

Uit onderzoek naar differentiële susceptibiliteit, is gebleken dat hoogsensitieve mensen meer last hebben van slechte omstandigheden. In omgevingen waarin zij niet ondersteund worden, presteren ze slechter en worden ze sneller ziek. Terwijl goede omstandigheden een extra positief effect hebben (Pluess, 2015). Vertaald naar burn-out: als de werkomstandigheden, met name in de zin van waardering en beloning, niet goed zijn, zullen hoogsensitieve mensen zich waarschijnlijk eerder ‘terugtrekken’ uit de relatie en bovendien sneller stress ervaren en dus meer risico lopen op een burn-out. Zijn de omstandigheden goed, dan kunnen de talenten van hoogsensitieve personen tot hun recht komen en presteren ze bovengemiddeld goed.

HSP Congres

In de workshop ‘Burn-out en hoogsensitiviteit’ op het HSP congres gaat drs. Esther Bergsma verder in op de achtergronden van burn-out en de samenhang met hoogsensitiviteit. Daarbij speciale aandacht voor de invloed van de sociale antenne die hoogsensitieve mensen hebben in relatie tot ons stresssysteem (dat niet ontworpen is voor de hedendaagse sociale druk).