Pas uiteindelijk, na structureel echt te veel werk, klop je aan bij je leidinggevende voor hulp. Het gebeurt nogal eens dat die dan niet echt luistert (mogelijk ook omdat hij zelf te druk is) en maar niet schijnt te willen begrijpen dat er werkelijk iets moet veranderen.
Deze manier van werken maakt je moe. Je voelt een continue hoge werkdruk en hoewel de inhoud van het werk je bevalt, komt de grens van wat je volhoudt ondertussen in zicht. Je schijnt de ernst hiervan maar niet onder de aandacht van je leidinggevende te kunnen krijgen. Zelfs na jouw vervolgens herhaaldelijk aangeven, neemt hij je geen werk uit handen.
Het probleem is dat je alleen maar roept dat je bord te vol is, maar ondertussen ga je gewoon door met alles oppakken. En zolang jij alles blijft doen heeft je leidinggevende geen enkele reden om werk bij je weg te halen. Zolang honden blaffen, dan bijten ze niet!
Het lastige is dat we vaak de neiging hebben om de druk die we ervaren zoveel mogelijk te negeren. Want dan lijkt het of we er minder last van hebben. Maar onder de oppervlakte broeit het gewoon door en zorgt het (ongemerkt) voor een groot energielek. En zolang je het negeert, hoef je er ook geen verantwoordelijkheid voor te nemen. Te druk ervaren we nogal eens als een teken van zwakte. Anderen gaan toch ook door? En zo kijken we allemaal naar elkaar.