Moet ik ook eigenrisicodrager worden voor de Ziektewet en WGA? Het verbaast mij niets dat ik deze vraag steeds vaker krijg. Werkgevers horen van alle kanten dat eigenrisicodragerschap (ERD) dé manier is om de kosten van arbeidsongeschiktheid en verzuim te beperken. Die kosten stijgen razendsnel. Werkgevers zijn er op dit moment gemiddeld zo’n 6% van hun loonsom aan kwijt.
Werkgevers vinden 104 weken loon doorbetalen bij ziekte lang. Een groter schrikbeeld is de mogelijke start van nóg een nieuwe periode van 104 weken loondoorbetaling. Dat kan als de zieke werknemer langer dan vier weken zijn eigen of nieuw bedongen werk heeft verricht en wéér ziek wordt. Dit overkwam een schoonmaakbedrijf. Hoe was de zaak en wat daarvan te leren?
‘Huisarts moet paprika voorschrijven, geen pillen’, zo las ik met heel veel herkenning dit opiniestuk in NRC Next*. Ik ben er namelijk van overtuigd dat de focus in het re-integratieproces nog teveel ligt op medicatie en dat er weinig aandacht is voor een gezonde leefstijl. Wat mij betreft is het hoog tijd voor demedicalisering van het proces en daarmee dus een bredere kijk op het herstel van de zieke werknemer.
Kennis over de eigenschap hoogsensitiviteit is nog weinig verspreid. HR-professionals kennen de term vaak wel, maar wat het op de werkvloer betekent is niet altijd duidelijk. Zijn hoogsensitieve personen (hsp) betrouwbare medewerkers? Raken zij relatief vaak burn-out? Is het wel verstandig hen aan te nemen? Hoogsensitieve werknemers zijn inderdaad gevoeliger voor een burn-out vanwege hun stressgevoeligheid en hun karakter. Hun talenten zijn echter onmisbaar op de werkplek. En in de juiste omstandigheden excelleren zij.
Een zieke werknemer heeft recht op doorbetaling van (een deel van) het loon gedurende maximaal 104 weken. Wanneer een werknemer na een periode van tenminste vier weken van volledig herstel opnieuw uitvalt, vangt deze termijn opnieuw aan. Een periode van arbeidsongeschiktheid eindigt wanneer de werknemer de ‘bedongen arbeid’ weer volledig verricht. Om die reden twisten partijen soms over de vraag of een werknemer de bedongen arbeid gedurende minstens vier weken weer volledig heeft verricht.
Wat kan ik doen om op werknemerskosten te besparen? Als ik die vraag van opdrachtgevers krijg, verwijs ik vaak naar sociale regelingen. Daarin is de keuze reuze; maar weinig landen hebben zoveel regelingen als Nederland. En het aanbod neemt de laatste jaren alleen maar toe.
Stel: U bent personeelsverantwoordelijke op een grote onderwijsinstelling en een van uw sportleraren breekt zijn been. Hij is tijdens een wandeling aangereden door een onoplettende fietskoerier. De breuk is gecompliceerd, en u voorziet dat uw docent langdurig niet voor de klas zal kunnen staan. U vreest hoge kosten. U moet immers vervanging regelen, terwijl u het loon van uw medewerker doorbetaalt. Hoe moet u handelen?
Uw verzuimprofiel zegt meer over uw organisatie dan u misschien denkt. Uw verzuimprofiel wordt gevormd door het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie. Verzuimpercentages worden doorgaans verdeeld in kort, middel en lang verzuim en de meldingsfrequentie is het aantal ziekmeldingen gedeeld door het aantal medewerkers. In de praktijk zijn de leidinggevende en de medewerker verantwoordelijk voor het aanpakken en terugdringen van het verzuim, waarbij HR in meer of mindere mate ondersteuning verleent. Verzuim wordt zo teruggebracht tot een individueel probleem waarbij de organisatorische context uit het oog verloren wordt.
Een versplinterd politiek landschap: dat is waarschijnlijk de beste omschrijving van het resultaat van de verkiezingen van 15 maart 2017. Het is nu niet alleen lastig te voorspellen welke coalitie we krijgen, maar ook wat die met ons stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid gaat doen. Toch betekent dit niet dat werkgevers met de armen over elkaar moeten afwachten.
Nu medewerkers van arbeidsorganisaties langer doorwerken ontstaan er nieuwe uitdagingen voor elke HRM-afdeling. Wat kunnen we doen om te zorgen dat de oudere medewerker gemotiveerd en inzetbaar zijn of haar werk kan blijven doen? Moeten we een regeling treffen of kunnen we beter de focus leggen op het individu en naar behoefte actie ondernemen?