Dat blijkt uit onderzoek van Vlerick Business School en Business Leaders onder bijna 1000 Nederlandse en Belgische CEO’s.
Erkenning en baanzekerheid zijn voor CEO’s het minst van invloed op hun tevredenheid. De CEO’s zijn minder tevreden met de mate van duidelijkheid en haalbaarheid van de gestelde targets, de mate waarin zij voor het werk moeten reizen en de veranderbereidheid van de organisatie. Wat heel goed scoort, is de trots die men voelt om voor de organisatie te werken, de ethische normen van het bedrijf en de samenwerking binnen de directie.
Aandeelhouders nemen het minder ernstig met ethiek
Aan de hand van een aantal scenario’s onderzocht Vlerick Business School het belang dat CEO’s hechten aan ethisch handelen en duurzaamheid. Gemiddeld kiest 69 procent van de CEO’s voor de ethische oplossing, en 31 procent voor de niet-ethische oplossing van de scenario’s. Eén van de belangrijkste conclusies is dat Belgische CEO’s minder waarde hechten aan ethiek dan Nederlandse. Opvallend is ook dat vrouwelijke CEO’s ethischer handelen dan de mannelijke CEO’s (70 procent vs. 64 procent). Verschil in leeftijd speelt hierin ook een rol: 58 procent van de CEO’s tot 45 jaar lost de scenario’s op ethische wijze op, terwijl dit percentage bij CEO’s van 55 jaar en ouder 68 procent bedraagt. Tot slot valt op dat CEO’s die ook aandeelhouder zijn, het minder ernstig nemen met ethiek. Slechts 56 procent van deze groep maakt de ethische beslissingen tegenover 73 procent van de CEO die geen aandeelhouder is.
Onprofessionele benchmarking
Onderzoeksleider professor Xavier Baeten van Vlerick Business School vindt dat commissarissen en remuneratiecomités het belang van de financiële beloning voor CEO’s verkeerd inschatten: “Dit onderzoek bewijst dat hogere topsalarissen nagenoeg niet van invloed zijn op de mate van betrokkenheid en tevredenheid van CEO’s. CEO’s voelen zich sterk betrokken bij de organisatie en zijn over het algemeen tevreden met de financiële vergoeding. Zij kijken hierbij vooral naar marktconformiteit. Commissarissen en remuneratiecomités lijken zich hier niet van bewust en zouden meer aandacht moeten besteden aan de gepercipieerde rechtvaardigheid van de beloning, zowel door de CEO zelf als door het bredere maatschappelijk veld. Daarnaast moet meer aandacht besteed worden aan het zogenaamde performance management.” Volgens Xavier Baeten mag het functioneren van de commissarissen en remuneratiecomités dan ook eens goed onder de loep worden genomen: in zijn proefschrift uit 2012 concludeerde hij al dat het hebben van een remuneratiecomité de opwaartse kracht vormt voor hogere topbeloningen.