Elk jaar is de prestigieuze verkiezing CHRO of the Year. Eind 2021 werd Tjahny Bercx van Leaseplan tot winnaar verkozen. De jury van vorige CHRO’s of the Year vindt hem een visionair en uitblinken in innovatie, impact en inspiratie. Bercx is één van de roergangers van de ingrijpende digitalisering van mobiliteitsbedrijf LeasePlan. Hoe heeft hij het bedrijf met 9000 medewerkers in beweging gekregen? Welke rol speelt hij daarin zelf? En heeft remote werken het digitaliseringsproces helpen versnellen?
De tendens dat iedere werknemer zijn of haar eigen regie moet voeren, is op z’n retour. Het leven, ook het werkzame deel daarvan, is niet zo maakbaar als men de afgelopen jaren heeft gedacht. De mentale belasting is in z’n totaliteit toegenomen, zowel privé als op het werk. In plaats van symptoombestrijding, zoals het sleutelen aan de individuele werknemer met massages of trainingen, moet de werkgever zelf aan de bak en echt investeren in het mentaal sterker maken van zijn medewerkers.
Medewerkers die zelf de regie nemen over hun loopbaan en ontwikkeling. Veel werkgevers dromen ervan, slechts bij weinigen gebeurt het ook in de praktijk. Ondanks een enorme groei in de beschikbare individuele budgetten voor duurzame inzetbaarheid (van 750 miljoen in 2015 naar 1,6 miljard in 2018) zegt ruim 60% van de werkgevers dat medewerkers nauwelijks bezig zijn met duurzame inzetbaarheid*. Werkgevers bieden een keur aan faciliteiten aan om duurzame inzetbaarheid (DI) te stimuleren, maar zien tegelijk weinig beweging bij medewerkers.
Door corona zijn mensen onverwachts op geïmproviseerde werkplekken terechtgekomen en waren zij niet meer op kantoor. De verwachting is dat veel organisaties niet teruggaan naar hoe het was voor corona en het tijd- en plaatsonafhankelijk werken gaan stimuleren. Als dit gebeurt is het aan de leidinggevende om de medewerker niet uit het oog te verliezen en de crisis als een kans te zien. Hoe dit het beste gedaan kan worden, staat in deze blog in vijf stappen beschreven.
In een gezond bedrijf heerst een cultuur van vertrouwen en geen cultuur van controle, daarvan is HR-directeur Florien de Nijs van softwareontwikkelaar Exact overtuigd. ‘De meeste mensen deugen’ is haar motto, naar het gelijknamige boek van historicus Rutger Bregman. Aan de hand van drie quotes uit dit boek geeft De Nijs haar visie op hoe om te gaan met medewerkers.
De traditionele gesprekscyclus past overduidelijk niet meer in deze tijd. In veel organisaties is het tijdens de pandemie chaos, medewerkers krijgen dan maar dezelfde ratings of beoordelingsrondes worden helemaal geannuleerd. Zo noteerde het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup eind augustus in een rapport waaruit de sterke noodzaak bleek van verandering in performance management. Maar ook wanneer covid-19 achter ons ligt, zal die ontwikkeling doorgaan.
Veel leidinggevenden die ik spreek, zoeken naar manieren om de online teammomenten weer energiek en gezellig te maken. Waar in maart en april veel behoefte was om te bepreken hoe het met iedereen gaat, valt het nu stil. Of iemand trapt af met een negatief verhaal – omdat de rek er inmiddels echt uit is – wat de toon voor de rest zet. Er wordt een ander beroep gedaan op het leiderschap.
Mensen doen ook thuis hun werk, zo blijkt. Online-vergaderen kán gewoon en blijkt veel efficiënter. Maar hoe nu verder? Hoe gaan leidinggevenden om met de nieuwe situatie? Hoe ondervangen zij de nadelen van medewerkers op afstand? En wat doen we eigenlijk nog op kantoor?
Belangrijk in tijden van verandering is allereerst dat de onderlinge relaties goed zijn. Best een uitdaging voor een team op afstand. Door de telefoon en via schermen contact houden geeft een andere dynamiek; hoe iedereen daarmee omgaat verschilt per persoon. Vervolgens moet je ook voldoende richting geven. Waar gaan we heen met het team? Is dit hetzelfde als voorheen of zijn de organisatie- en teamdoelen wellicht aangepast in deze situatie?
Ik ontmoet nogal eens wat tegenstand als ik zeg dat vrouwen nu eenmaal anders zijn dan mannen. En dat dat niet alleen door opvoeding komt maar ook doordat we qua fysiek verschillen. Sommigen (vrouwen met name) worden dan woest. En ik denk dat dat komt omdat ze het interpreteren als ‘vrouwen zijn minder’. Maar dat is niet wat ik bedoel, en dat is ook niet wat de wetenschap zegt.