Eind vorig jaar schreven wij weinig juridische mogelijkheden te zien voor werkgevers om werknemers te verplichten tot vaccinatie*. Voor het eerst heeft nu een rechter binnen het Koninkrijk geoordeeld over de relatie tussen vaccinatie en ontslag. De uitkomst: zonder wettelijke vaccinatieplicht kan de weigering van een werknemer tot vaccineren geen dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren.

* Indirecte vacinatieplicht op de werkvloer

Het gaat om een werkgever die een kantoor heeft in het World Trade Center Curaçao, van 25 m² zonder ramen of ventilatie waarin meerdere collega’s bij elkaar zitten. Eén van de medewerksters krijgt van de werkgever te horen dat als zij zich niet alsnog laat inenten, het daarmee gepaard gaande COVID-risico voor het kleine kantoor te groot is om nog met elkaar door te kunnen werken. Thuiswerken is volgens de werkgever geen optie. De werkneemster laat zich niet inenten en daarop besluit de werkgever haar ‘met pijn in mijn hart’ op staande voet te ontslaan.

Geen wettelijke vaccinatieplicht

De rechter op Curaçao oordeelt dat een algemene vaccinatieplicht niet bestaat en dergelijke verplichtingen evenmin passen binnen de arbeidsverhouding. Vaccineren raakt immers het grondrecht van burgers op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Een inbreuk op een grondrecht door de werkgever kan onder omstandigheden echter gerechtvaardigd zijn. Maar daaraan voldoet deze werkgever niet.

Welke elementen spelen een rol?

De werkgever heeft de wettelijke verplichting om zijn werknemers en derden op de werkplek zo veel mogelijk te beschermen tegen een COVID-19 besmetting Er is in dit geval sprake van een indirecte plicht tot vaccineren (vaccinatiedrang) doordat de werkgever aan de weigering van de werkneemster zich te laten vaccineren, de sanctie van ontslag had verbonden Voor die inbreuk op het grondrecht is geen rechtvaardiging. Er was bijvoorbeeld maar een heel beperkt risico op COVID-besmetting omdat hat kantoor maar een paar uur per dag open was en er geen derden kwamen. Er is ook geheel geen overleg met de werkneemster gevoerd over andere werkmogelijkheden
Ontslag op staande voet is de ultieme arbeidsrechtelijke sanctie, zo benadrukt de rechter. En vaccinatiedrang vormt, zonder wettelijke vaccinatieplicht, een te grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Vaccinatie weigeren kan in deze omstandigheden dus geen reden zijn voor een ontslag op staande voet.

Wel ontbinding arbeidsovereenkomst

De COVID-19 pandemie heeft de verhoudingen intussen wel op scherp gezet. Het recht van de werknemer op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit kan haaks staan op het belang van de werkgever om zichzelf, zijn werknemers en derden op de werkvloer tegen besmetting te beschermen. Samen met enkele andere omstandigheden, ziet de Curaçaose rechter wel reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Vertaling naar Nederlandse situatie

Mijn inschatting is dat een Nederlandse rechter in een dergelijke situatie tot hetzelfde oordeel komt, te weten dat er geen rechtvaardiging is voor de vaccinatiedrang en het ontslag op staande voet ongeldig is. Of de minder vergaande sanctie van ontbinding door een Nederlandse rechter zou worden uitgesproken, hangt van alle andere omstandigheden af.

Dit artikel verscheen eerder op gmw.nl