De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van de duur van een dienstverband. Maar de vergoeding wordt niet in alle gevallen uitgekeerd. Er zijn twee uitzonderingen.

Voor de eerste tien jaar bedraagt de vergoeding een derde van een maandsalaris per dienstjaar. Als de werknemer langer dan tien jaar in dienst is, wordt het een half maandsalaris per dienstjaar. De transitievergoeding bedraagt maximaal € 76.000; behalve voor salarissen van meer dan € 76.000, dan is de vergoeding maximaal een jaarsalaris.

Hierop gelden twee uitzonderingen:

  • De transitievergoeding is bedoeld om de ‘transitie’ naar een nieuwe baan voor een werknemer makkelijker te maken. De werknemer kan het budget bijvoorbeeld inzetten voor scholing, maar dit is niet verplicht. Hij kan het geld ook gebruiken om een outplacementtraject te volgen. Werkgevers die bij de beëindiging van het dienstverband andere maatregelen nemen om werkloosheid te voorkomen of de periode van werkloosheid te verkorten, kunnen deze kosten aftrekken van de transitievergoeding.
  • Er hoeft geen transitievergoeding te worden betaald als er sprake is van ernstig en verwijtbaar handelen van de werknemer.