Vanaf 2020 kunnen werkgever en werknemer 3 tijdelijke contracten in maximaal 3 jaar aangaan. Het volgende contract is dan automatisch een vast contract. Tot en met 31 december 2019 is het mogelijk om 3 tijdelijke contracten in maximaal 2 jaar aan te gaan. Ook kan de tussenpoos (tijd tussen contracten) bij cao worden verkort tot 3 maanden bij tijdelijk terugkerend werk (niet beperkt tot seizoensarbeid) dat maximaal 9 maanden per jaar kan worden gedaan. 

Tevens wordt vanaf 2020 in de wet een uitzondering opgenomen dat invalkrachten in het basisonderwijs op tijdelijke basis kunnen blijven invallen voor zieke leerkrachten. Dit hoeft niet meer in de cao te staan.

Vanaf 2020

Een werknemer krijgt automatisch een vast contract als:

  • Hij 3 tijdelijke contracten heeft gehad bij dezelfde werkgever;
  • Hij 3 tijdelijke contracten heeft gehad voor hetzelfde soort werk bij verschillende werkgevers. Bijvoorbeeld als de werknemer als uitzendkracht heeft gewerkt.
  • De pauze (tussenpoos) tussen contracten maximaal 6 maanden is. Voor tijdelijk terugkerend werk (niet beperkt tot seizoensarbeid) dat maximaal 9 maanden per jaar kan worden gedaan mag er maximaal 3 maanden tussen de contracten zitten. Dit moet wel zijn opgenomen in de cao.
  • De 3 tijdelijke contracten samen 3 jaar hebben geduurd. De tussenpoos mag worden meegeteld;
  • Het 3e contract van de werknemer eindigt op of na 1 januari 2020. Er staan in de cao geen andere voorwaarden. De afspraken in de cao gaan voor.

Voorbeeld

Het eerste contract van de werknemer duurde 6 maanden, van 1 april 2018 tot 1 oktober 2018. Het tweede contract was een jaarcontract van 1 oktober 2018 tot 1 oktober 2019. Het derde contract was ook een jaarcontract, van 1 oktober 2019 tot 1 oktober 2020. Het derde contract overschrijdt 1 januari 2020. Vanaf dat moment moet er drie jaar worden overschreden voordat een vast contract ontstaat. De werknemer krijgt dus nog geen vast contract.