• WW: de maximale duur van de WW wordt tussen 1 januari 2016 en 1 april 2019 stapsgewijs met een maand per kwartaal ingekort tot 24 maanden. De maximale duur is in 2015 nog 38 maanden, per 1 april 2016 wordt de duur 36 maanden, per 1 juli 35 maanden, et cetera.
• WW-rechten: tot 1 januari 2016 geldt dat iemand voor elk gewerkt jaar recht op één maand WW opbouwt. Vanaf 1 januari 2016 geldt: voor de eerste tien jaar bouwt een werknemer per gewerkt jaar een maand WW op en daarna geldt dat voor elk gewerkt jaar een halve maand WW wordt opgebouwd.
• WGA-uitkering: de duur van de loongerelateerde WGA-uitkering (uitkering voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten) wordt stapsgewijs afgebouwd van maximaal 38 naar maximaal 24 maanden. Ook de opbouw van het recht op een loongerelateerde WGA-uitkering verandert per 1 januari 2016 en verloopt hetzelfde als de opbouw van de WW.
• IOW-uitkering: oudere werklozen kunnen na afloop van hun WW-uitkering in aanmerking komen voor een IOW-uitkering (uitkering voor oudere werklozen). Met ingang van 1 januari 2016 wordt de IOW-uitkering iets verhoogd. Daardoor hoeven alleenstaande IOW-ers naast de IOW-uitkering niet ook nog een uitkering op basis van de Toeslagenwet aan te vragen.
• IOAW-uitkering: oudere werklozen kunnen na afloop van hun WW-uitkering in aanmerking komen voor een IOAW-uitkering (uitkering voor oudere arbeidsgehandicapte werklozen). Het recht op IOAW wordt afgebouwd. Alleen werknemers die geboren zijn vóór 1 januari 1965 en op de eerste dag van de WW- of loongerelateerde WGA-uitkeing 50 jaar en ouder zijn, komen in aanmerking voor deze uitkering.
• Aanvulling WW in cao: vanaf 1 januari 2016 kunnen vakbonden en werkgeversorganisaties in de cao afspraken maken over een privaat gefinancierde aanvulling op de werkloosheidsuitkering, die aansluit op de WW-uitkering.