Vanaf 1 januari 2020 gaat de Belastingdienst meer handhaven bij opdrachtgevers van zzp'ers. Dat betekent dat de Belastingdienst correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen kan opleggen, eventueel met een boete. Handhaving volgt alleen als opdrachtgevers 'kwaadwillend' zijn of aanwijzingen van de Belastingdienst niet worden opgevolgd.

Wat wordt door de Belastingdienst als ‘kwaadwillend’ opgevat? Dat bent u als u ‘opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan omdat u weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking’. De Belastingdienst moet dan bewijzen dat er sprake is van 3 dingen:

  • een (fictieve) dienstbetrekking;
  • evidente schijnzelfstandigheid;
  • opzettelijke schijnzelfstandigheid.

Toezicht vindt plaat door controles uit te voeren, meestal controles loonheffingen.

Geen sprake van kwaadwillendheid?

Blijkt bij een controle dat er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking, maar geen sprake van kwaadwillendheid? Dan geeft de Belastingdienst aanwijzingen. U moet dan met de aanwijzingen aan de slag gaan om:

  • de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er sprake is van werken buiten dienstbetrekking, of
  • de arbeidsrelatie als dienstbetrekking verwerken in de aangifte.

Hiervoor krijgt u meestal 3 maanden de tijd. Is er daarna nog steeds sprake van een (fictieve) dienstbetrekking, dan kan de Belastingdienst tot handhaving overgaan.

Is er geen sprake van bovengenoemde situaties, dan wordt de handhaving uitgesteld tot 1 januari 2021. Het kabinet wil op deze datum nieuwe wet- en regelgeving invoeren die de Wet DBA vervangt.