Er is een nieuwe wijze van afbakening nodig om de problemen rondom zelfstandigen op te lossen. Het gaat om onbedoelde concurrentie tussen zelfstandigen en werknemers en om schijnzelfstandigheid. De VAR leidde tot een toename van schijnzelfstandigen en de Wet DBA heeft niet de beoogde duidelijkheid kunnen bieden. Onlangs hebben de minister van SZW en de staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken en de vervolgstappen m.b.t. het werken met zelfstandigen.

Eén van de vervolgstappen is onderzoek naar de manier waarop zelfstandigen hun tarief bepalen. Het gaat dan om het tarief, tariefopbouw en kenmerken van zelfstandigen en hun opdrachten.

Voorgestelde maatregelen:

Arbeidsovereenkomst bij laag tarief

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst bij een combinatie van een laag tarief en een langere duur van een overeenkomst of een combinatie van een laag tarief en het verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten. Wordt voldaan aan de voorwaarden van een ‘arbeidsovereenkomst bij laag tarief’ dan ontstaat een arbeidsovereenkomst (met dezelfde rechten en plichten als een reguliere arbeidsovereenkomst).

Opt-out

Gaat het om een combinatie van een hoog tarief met een kortere duur van een overeenkomst of een combinatie van een hoog tarief en het niet verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten dan kan de zelfstandige aanspraak maken op een vrijwaring van loonbelasting en premie werknemersverzekeringen (opt-out).

Opdrachtgeversverklaring

Bij zelfstandigen die meer dan het lage tarief hanteren kunnen opdrachtgevers een opdrachtgeversverklaring aanvragen. Met de opdrachtgeversverklaring heeft de opdrachtgever bij het inhuren van zelfstandigen voortaan weer duidelijkheid vooraf, zoals dit bij de VAR-verklaring het geval was. Wel blijft het mogelijk te handhaven bij schijnzelfstandigheid.
De opdrachtverklaring zal mogelijk via een webmodule afgegeven worden. Bij de aanvraag dient de opdrachtgever vragen te beantwoorden over de aard van het werk en over de (eventuele) gezagsverhouding. De uitkomst kan dan zijn dat geen sprake is van een dienstbetrekking en dat de opdrachtgever gevrijwaard is van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen.

Begrip gezag

Om te bepalen in hoeverre sprake is van een dienstbetrekking zal het begrip ‘gezag’ eerst nog verduidelijkt worden. Dit begrip zal conform de afspraken uiterlijk per 1 januari 2019 verduidelijkt worden.

Termijn opgeschort

De handhaving van de Wet DBA is opgeschort tot 1 januari 2020. Opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen tot 1 januari 2020 geen boetes of naheffingen als achteraf blijkt dat sprake was van een dienstbetrekking. De mogelijkheid tot handhaving van kwaadwillenden is per 1 juli 2018 verruimd. Vanaf deze datum worden niet alleen de hele ernstige gevallen gehandhaafd, maar ook andere kwaadwillenden. Hiervan is sprake als het gaat om een (fictieve) dienstbetrekking, evidente schijnzelfstandigheid en opzettelijke schijnzelfstandigheid.
Totdat meer duidelijkheid bestaat over het werken met zelfstandigen dienen zelfstandigen en opdrachtgevers te werken conform de Wet DBA.