
- De Hoge Raad bevestigde dat het externe ondernemerschapscriterium onverminderd belangrijk is bij het bepalen of iemand een werknemer of opdrachtnemer is
- De Belastingdienst kijkt ten onrechte voornamelijk naar de eerste acht gezichtspunten en pas als er twijfel is naar het ondernemerscriterium (gezichtspunt 9)
- Er is kritiek op de incompleetheid van de online hulpmiddelen van de Belastingdienst, met een oproep voor duidelijkere wetgeving over de status van zzp’ers
‘De mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen’ is een van de negen gezichtspunten die van belang kunnen zijn bij de holistische toets of iemand een werknemer of een opdrachtnemer is. De Uber-zaak sluit aan bij eerdere uitspraken van de Hoge Raad, zoals in de Deliveroo-zaak in 2023 en zaken die teruggaan tot 1997.
Nogmaals bevestigt de Hoge Raad dat er geen rangorde is tussen de gezichtspunten, waardoor je sneller zzp’er bent dan de Rijksoverheid dacht
De Belastingdienst kijkt bij de handhaving op schijnzelfstandigheid vooral naar de eerste acht gezichtspunten en pas naar het externe ondernemerscriterium (gezichtspunt 9) als er geen uitsluitsel is. Die benadering komt ook terug in het concept wetsvoorstel VBAR.
Voor arbeidsrechtadvocaat Joost van Ladesteijn is de laatste uitspraak van de hoogste rechter in de Uber-zaak geen verrassing. “Dit sluit aan bij wat ik afgelopen jaren hierover schrijf. Frequent zie je dat partijen midden in een verhaal starten, bijvoorbeeld met inbedding, in plaats van dat zij van links naar rechts redeneren, van uitleg naar kwalificatie. Dan krijg je snel onjuiste uitkomsten.”
‘Beoordelingstools mogen offline’
“In de uitlegfase als vaststellingsronde zal ook naar gezichtspunt 9 moeten worden gekeken. Het getuigt van een onjuiste rechtsopvatting als pas wanneer nodig naar dit gezichtspunt wordt gekeken. Nogmaals heeft de Hoge Raad nu bevestigd dat er geen rangorde bestaat tussen de gezichtspunten. Dit betekent dat je sneller zzp’er bent dan de Rijksoverheid wellicht tot nu toe dacht.”
De Hoge Raad benadrukt ook dat per geval zorgvuldig getoetst moet worden, en niet hele groepen of functies over één kam kunnen worden geschoren. Het zij-aan-zij werken wordt nu nog door de Rijksoverheid al snel gezien als loondienst. Van Ladesteijn: “Dat is te kort door de bocht. Er kunnen niet vooraf en categorisch bijvoorbeeld functies worden betiteld als werknemers bij een holistische toets achteraf. Zo werkt het niet. Nu niet en ook afgelopen decennia niet.”
Hij vindt dat door de uitspraak de online hulpmiddelen die de Belastingdienst en het ministerie van SZW werkgevers aanbieden offline zouden moeten worden gehaald. “Het is niet passend en onder andere incompleet: gezichtspunt 9 ontbreekt geheel.”
Onduidelijkheid toegenomen
Ook de wet VBAR mag wat hem betreft van tafel. “Van een klein is een groot probleem gecreëerd. Er was bij zorgvuldige analyse, lenigheid van geest en breed luisteren onvoldoende reden om voorstellen te doen tot aanpassen van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. Ook modern werkgeverschap was hiermee prima te ondervangen.”
Voor experts is de materie heel duidelijk, maar voor veel werkgevers en zzp’ers is de onduidelijkheid nu alleen maar toegenomen, stelt Van Ladesteijn vast. Inmiddels heeft VVD-Kamerlid Thierry Aartsen daarom geopperd om een geheel nieuwe wet te maken, met duidelijke criteria die omschrijven wie werknemer en wie zzp’er is.
Ruimte voor zzp’ers
Hij merkt in de informatie vanuit de overheid te veel aandacht voor de overtreders en te weinig voor de werkgevers die het netjes op orde hebben. “Dat maakt ten onrechte bang. Er gaat ook veel goed. Er mag nu meer nadruk komen op wat wel kan en dat er onverminderd ruimte is voor zzp’ers.”
Lees ook:
- Langdurige samenwerking bij een enkele opdrachtgever: rechter ziet toch zzp-kwalificatie
- Opheffen handhavingsmoratorium Wet DBA: ‘Werkgevers spelen onnodig paniekvoetbal’
Leer in één ochtend hoe je als HR-professional effectief omgaat met de juridische en fiscale uitdagingen bij het inhuren van zzp’ers. Na deze training weet je wanneer een medewerker echt als zzp’er kwalificeert. Je krijgt ook inzicht in de aanpak van de Belastingdienst, die vanaf 1 januari 2025 weer gaat handhaven op arbeidsrelaties voor loonheffingen.