In Nederland zegt 40 procent van de werknemers bereid te zijn van werkgever te wisselen als de ontwikkeling van hun digitale vaardigheden stagneert. Wereldwijd is gemiddeld bijna 50 procent van alle werknemers bereid om om in eigen tijd en met eigen middelen te investeren in de ontwikkeling van hun digitale vaardigheden. Dit blijkt uit The Digital Talent Gap. Are companies doing enough?, een nieuw onderzoek gepubliceerd door Capgemini in samenwerking met LinkedIn.

Het rapport onderzoekt de vraag in welke mate er een kloof bestaat tussen vraag en aanbod van talent met specifieke digitale vaardigheden in de arbeidsmarkt en het aanbod van digitale rollen – de Digital Talent Gap. Voor dit onderzoek zijn wereldwijd meer dan 1.200 werknemers en leidinggevenden ondervraagd, in verschillende sectoren, industrieën en landen. Het rapport laat zien dat werknemers zorgen hebben over hun digitale vaardigheden en het ontbreken van trainingsmiddelen die hen worden aangereikt vanuit hun werk.

Een op de twee organisaties geeft aan dat de digitale kloof zich vergroot. Wereldwijd meent meer dan de helft (54 procent) van de organisaties dat deze ontwikkeling hun digitale transformatieprogramma’s belemmert en dat ze door het tekort aan digitaal talent concurrentievoordeel verliezen. In Nederland liggen die percentages iets lager: 34 procent meent dat de kloof vergroot en 36 procent vindt dat dit belemmeringen voor de organisatie oplevert. Hoewel de kloof groter wordt, zijn de budgetten voor digitaal talent bij 52 procent van de organisaties gelijk gebleven of zelfs gedaald. Voor Nederland is dat vergelijkbaar: 45 procent heeft gelijkblijvende of lagere budgetten.

Zorgen dat vaardigheden snel overbodig worden

Wereldwijd gelooft 27 procent van de medewerkers dat hun vaardigheden op dit moment al overbodig zijn is of dat de komende één tot twee jaar gaan worden. In Nederland ligt dat lager: 17 procent is het hiermee eens. 26 Procent van de Nederlandse werknemers meent dat hun vaardigheden de komende vier tot vijf jaar overbodig zullen zijn; wereldwijd is dit 38 procent. Van de Generation Y- en Z-medewerkers gelooft 47 procent wereldwijd dat hun huidige vaardigheden in vier tot vijf jaar overbodig zullen worden. Voor de Nederlandse Y- en Z-generatie is dat 31 procent. Ook de sector blijkt van belang. Zo is 48 procent van de werknemers in de automotive sector bang dat hun vaardigheden in de komende vier tot vijf jaar overbodig zullen zijn, gevolgd door de banksector (44 procent), energie (42 procent), telecom en verzekeringen (beide 39 procent).

Overstappen naar een andere werkgever

Meer dan de helft van het digitale talent vindt dat trainingsprogramma’s niet helpen of dat ze geen tijd krijgen om er aan deel te nemen. Wereldwijd omschrijft 45% de trainingen van hun organisatie als ‘nutteloos en saai’. Nederlandse trainingen worden veel positiever gewaardeerd: in ons land ligt dat percentage met 18 procent beduidend lager.

Bezorgdheid over het overbodig worden van de eigen (verouderde) vaardigheden en gebrek aan vertrouwen in de trainingsmogelijkheden van de eigen werkgever, kunnen het verloop aanwakkeren. Van de digitaal getalenteerde medewerkers, zegt meer dan de helft (55 procent) bereid te zijn naar een andere werkgever te verhuizen als zij het gevoel hebben dat hun digitale ontwikkeling stagneert. Nagenoeg de helft van de ondervraagde medewerkers (47 procent) zegt aangetrokken te zijn door organisaties die betere digitale scholingsmogelijkheden bieden. Werkgevers zeggen evenveel ook bezorgd te zijn over verlies van digitaal goed geschoolde werknemers. Iets meer dan de helft (51 procent) van de werkgevers denkt dat medewerkers vertrekken nadat zij net getraind zijn. De helft (50 procent) zegt dat de digitale trainingen die zij aanbieden aan medewerkers slecht bezocht worden.