Om te kunnen vaststellen wat gedoe is, helpt het om eerst te kijken naar wat het niet is. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de omstandigheden zijn niet het gedoe. Het is hoe je met de omstandigheden omgaat. Aangezien jij bepaalt wat je wel en niet wilt, kun je gedoe ook je wil opleggen. Dat is in een notendop gedoemanagement: omgaan met gedoe zodat je er geen last meer van hebt.

Zou het niet een enorme opluchting zijn als je geen last meer zou hebben van al die dingen die je zo kunnen irriteren? De collega die zijn afspraken niet nakomt, de lekke band van je fiets, de kritiek van je partner? Iedereen heeft last van gedoe, maar is het niet bijzonder dat niet iedereen last heeft van hetzelfde gedoe? Jij hebt ’s ochtends last van een overvolle mailbox, maar jouw collega begint fluitend met het beantwoorden en deleten van mails. Wat voor de een ongewenst gedoe is, is voor de ander gewenst gedoe.

‘Dat is in een notendop gedoemanagement: omgaan met gedoe zodat je er geen last meer van hebt’

Gedoe dat je wilt, heeft een heel andere invloed op je lichaam en leven dan gedoe dat je niet wilt. Waarschijnlijk heb jij zelfs gedoe dat je actief opzoekt, gewoon omdat je het leuk vindt of er energie van krijgt. Misschien houd je van de administratie doen, misschien heb je er zelfs je baan van gemaakt – ik moet er niet aan denken, wat een gedoe.

Wist je dat stress die je wilt een compleet andere uitwerking op je lichaam heeft dan stress die je als een probleem ervaart? Bij ongewenste stress vernauwen je bloedvaten en dat verhoogt de kans op aandoeningen als hartfalen. Bij stress die je wilt, vernauwen je bloedvaten niet. Dus met stress en gedoe is helemaal niks mis. De een wrijft in zijn handen als hij een klus krijgt opgedragen met een krappe deadline (‘leuke uitdaging’), de ander raakt direct gefrustreerd (‘dat heb ik weer’). Het gaat er blijkbaar om of je het gedoe wilt of niet. Interessant toch? Blijkbaar is wat jij wilt of niet wilt doorslaggevend voor het effect dat gedoe op je heeft.

Aangezien jij bepaalt wat je wel en niet wilt, kun je gedoe blijkbaar ook je wil opleggen. Dat is in een notendop gedoemanagement: omgaan met gedoe zodat je er geen last meer van hebt.

Kiezen voor gedoe

Wij mensen hebben een brein dat evolutionair geprogrammeerd is om dreiging te zoeken, dat is voor ons mensen nu eenmaal eeuwenlang noodzakelijk geweest. Maar levensbedreigende gevaren als hongerige leeuwen, epidemieën en oorlogen kennen we in de westerse wereld niet meer. Dit zorgt voor een raar dilemma. We hebben vrede, maar ons brein zoekt oorlog. En als dat brein dreiging zoekt, zal het dat ook vinden. Desnoods in de vorm van gedoe.

Staan we ons brein toe dat het op de automatische piloot dreiging zoekt? Staan we toe dat we steeds maar weer in de stress schieten door gedoe? Of kiezen we ervoor om nee te zeggen? Gedoe kunnen managen vereist dat je zelf aan het roer staat. Iedereen kan het, en als je het doet zul je merken dat je er ruimschoots voor wordt beloond. Je bent niet alleen verlost van de frustratie die gedoe kan opleveren, maar de leer- en vernieuwingscapaciteit van je brein neemt enorm toe. Je creëert ruimte voor bijvoorbeeld creativiteit, die je kunt inzetten voor positieve maatschappelijke ontwikkelingen. Leef niet op de automatische piloot, met je rode brein gefocust op gedoe. Kies voor je groene brein, reken  af met gedoe en haal het beste uit jezelf.

Gedoe, we kennen het allemaal. We praten veel en graag over ons gedoe: bij de koffieautomaat, op de sportvelden, tijdens feestjes, en veel vergaderingen gaan er zelfs in zijn geheel over. Maar leg nu eens uit wat het is. Hoe weet je dat je het over gedoe hebt? Dit is alvast een mooie vuistregel: als er ondanks al dat gepraat niks verandert aan het onderwerp zelf, dan is het hoogstwaarschijnlijk allemaal gedoe waar je mee bezig bent.

Gedoe is een bijzonder fenomeen. Het speelt een belangrijke rol in ons leven, zonder dat we helder voor ogen hebben wat het is. Ga eens na: hoeveel tijd van je leven ben jij al niet bezig geweest met gedoe, met het ontstaan van gedoe, wat het is, zonder een antwoord te vinden op deze vraag?

Wat is het niet?

Om te kunnen vaststellen wat gedoe is, helpt het om eerst te kijken naar wat het niet is. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de omstandigheden zijn niet het gedoe. Hoewel omstandigheden en situaties – zoals overvolle mailboxen, schulden, familie, werk, collega’s, de overheid, pesten of discriminatie – vaak als gedoe worden gezien en ervaren, zijn ze dat niet. De omstandigheden zijn de reden waarom of waardoor je gedoe hebt en dat is begrijpelijk, maar ze zijn niet het gedoe zelf.

Discriminatie

Een voorbeeld. Veel mensen zien discriminatie als gedoe – ernstig gedoe, daar lijkt iedereen het over eens. Maar feitelijk klopt dat niet. Niet iedereen vindt discriminatie gedoe, denk maar aan de mensen die discrimineren. Die vinden juist ‘niet mogen discrimineren’ het gedoe. De kans is groot dat ze niet eens vinden dat ze discrimineren, maar gewoon de waarheid zeggen. Met andere woorden: discriminatie is niet het gedoe, maar wat het oproept. Dit is een nogal extreem voorbeeld, sommigen zullen louter de stap om discriminatie gedoe te noemen als een belediging opvatten. Maar het brein is daar vrij simpel in. Voor het functioneren van het brein maakt het namelijk niet zoveel uit of gedoe over het opruimen van de vaat gaat of over discriminatie. In beide gevallen kan er even heftig gereageerd worden of kan het afgedaan worden met een schouderophalen.

Nelson Mandela op Robbeneiland

Nog een voorbeeld, en opnieuw een heftig voorbeeld om het verschil tussen gedoe en het omgaan met gedoe duidelijk te maken: de gevangenschap van Nelson Mandela op Robbeneiland. Dat begon als enorm veel gedoe voor de vrijheidsstrijder die zijn vrijheid kwijtraakte. Maar ergens kwam het moment dat Robbeneiland niet langer zijn gevangenis was en zijn leeromgeving werd, zijn basis om Zuid-Afrika te bevrijden van apartheid. Voor Mandela veranderde het zelfs in een wapen: door vrijlating te weigeren als er niet aan zijn eisen werd voldaan. Gevangenschap op Robbeneiland zelf was vanaf dat moment niet langer het gedoe voor Mandela. Sterker nog, de hele situatie werd juist een gedoe voor het apartheidsregime, terwijl Robbeneiland gewoon Robbeneiland bleef. Wat de omstandigheid met Mandela deed en hoe hij ermee om is gegaan heeft de mate van gedoe bepaald en zelfs gedoe veranderd in nieuwe oplossingen voor zijn probleem.

Waarschijnlijk zijn dit niet de omstandigheden waar jij en ik mee te maken hebben, maar ze maken wel iets duidelijk: de omstandigheden zijn blijkbaar niet het gedoe, hoe begrijpelijk het ook is dat je daardoor gedoe ervaart. Maar als het niet de omstandigheden zijn, wat dan wel?

Wat is het wel?

Hoe groot is de kans dat het leven ooit gaat stoppen omstandigheden te creëren, dingen te doen waar jij gedoe van kunt hebben? Het meest gegeven antwoord op deze vraag is: nul-komma-nul. Mijn stelling is: ons gedoe is voor 100 procent het gevolg van onze reactie op de omstandigheden. Een pittige, maar wel lekker heldere stelling en het maakt gedoe meteen zo behapbaar menselijk. Het zijn niet de omstandigheden, maar wijzelf. Gedoe is hoe jij een omstandigheid of situatie ervaart. Gedoe is jouw persoonlijke reactie op iets waar een vriend of collega heel anders op zou kunnen reageren. Gedoe is dus iets persoonlijks, maar ook weer niet uniek. Jouw reactie is meestal heel herkenbaar voor veel anderen, ook wildvreemden. Het is dus van jou, maar niet uniek. Het is een universeel persoonlijk fenomeen, ofwel: we hebben er allemaal last van.

Dit is een hoofdstuk uit het boek Gedoemanagement van Frank Schurink.