Toekomstgerichtheid van organisaties begint dus niet met grootschalige veranderingen, maar met kleinschalige innovatie. Innoveren betekent letterlijk: ‘vernieuwingen invoeren om vooruit te komen’. Hoe meer vernieuwingen worden getest – en ingevoerd bij succes – hoe beter een organisatie weet hoe meer waarde kan worden gecreëerd.
Voor innovatie zit een voorportaal. Innoveren vraagt iets van professionals in een organisatie. Dat is anders naar de dingen kijken. Innovatie ontstaat als mensen door een andere bril gaan kijken, nieuwsgierig worden naar hoe het anders kan en vragen gaan stellen. We moeten een andere manier van kijken ontwikkelen. Niet kijken naar wat er nu is, maar kijken naar wat er zou kunnen zijn. Onderstaande vier vragen zijn een aanzet tot het ontketenen van innovatie door alle medewerkers.
Zijn onze overtuigingen waar?
Veel organisaties zijn blind voor vernieuwing, zien niet wat er nu echt gevraagd wordt. Dit komt veelal omdat overtuigingen, het fundament van de organisatie, als absolute waarheden worden gezien (het werkte ooit zo dus we blijven het zo doen). Echter, in een snel veranderende wereld zijn waarheden slechts beperkt houdbaar.
Er moeten daarom veel meer vragen worden gesteld, trek zoveel mogelijk in twijfel. Is een overtuiging een absolute waarheid of berust het op een oude gang van zaken? Durf datgene wat de organisatie heeft gebracht tot waar het nu is ter discussie te stellen. Laat iedere professional maandelijks een gesprek aangaan met iemand van een andere afdeling om elkaars werk te bevragen. Is dit dé perfecte manier om waarde toe te voegen en hoe kom je daar achter?
Wat zijn de trends in de markt?
Veel organisaties zijn niet alert genoeg op wat er in de markt gebeurt. Ze blijven te gefocust op de eigen manier van werken, terwijl de markt verandert en de behoefte van de klant/cliënt ook. Als organisatie hoef je niet eens voorop te lopen in innovatie, zolang er maar wel wordt ingespeeld op ontwikkelingen. Een kristallen bol is geen vereiste, maar wel een groothoeklens. Iedere professional in elke organisatie zou maandelijks tijd vrij moeten maken om zich te verdiepen in trends van de sector. Ga actief op zoek en kom in gesprek met organisaties die opvallen en stel de vraag, wat kunnen wij hiervan leren?
Hoe kunnen we onszelf meer benutten?
Veel organisaties laten het innoveren over aan een selecte groep. Een groot gemis. De wereld is zo complex geworden dat een paar bestuurders, managers of een clubje innovatie-specialisten niet kan overzien wat nu echt wordt gevraagd, waarop moet worden ingespeeld, wat het verschil gaat maken in de toekomst. Een organisatie die het belang erkent van innoveren zal alle mogelijkheden binnen de organisatie benutten. Dat is simpelweg iedereen betrekken bij innovatie. Alle professionals zijn potentieel innovatiekapitaal. Creëer ruimte en tijd zodat iedere professional binnen zijn of haar werkzaamheden de ruimte heeft om altijd ten minste één experiment binnen het vakgebied uit te voeren naar eigen inzicht.
Wie helpen we met innoveren?
De vraag hierboven wordt volgens mij te weinig gesteld. Soms lijkt het meer om het veranderen en innoveren an sich te gaan dan om de vraag wat het concreet oplevert. Uiteindelijk innoveer je voor de klant/cliënt. Je voegt waarde toe en wordt daarvoor beloond. De meest eenvoudige stap tot innovatie is om te ontdekken welke ergernissen, onbevredigde behoeftes (potentiële) klanten hebben. Maak ruimte om de emoties van klanten te achterhalen. Iedere professional moet maandelijks de tijd hebben om met minimaal één klant een diepgaander gesprek te hebben over het product dat wordt geleverd, met de vraag wat kan worden verbeterd.
Tot slot geef ik je dit nog mee: innoveren is in actie komen, niet alleen dit artikel lezen. Je weet nu wat je kan doen om eenvoudig te beginnen. Ik wens je succes!