In deze zaak meent een vrouwelijke sales- en marketingmanager dat haar direct leidinggevende bij meerdere gelegenheden en zelfs in het bijzijn van collega’s en klanten seksueel getinte opmerkingen heeft gemaakt. Zij klaagt hierover bij de manager finance & staff en bij de vice president, maar die ondernemen geen van beide actie. Daarop wendt de medewerkster zich tot de vertrouwenspersoon en de bedrijfsarts, maar ook deze twee komen niet serieus in actie. Pas als de werkneemster schriftelijk een klacht indient bij de CEO, formeert de werkgever een klachtencommissie die de zaak onderzoekt. De commissie wijst de klacht af, maar doet wel enkele aanbevelingen over de positie en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon en bedrijfsarts.
Onzorgvuldig
De werkgever volgt het oordeel van de klachtencommissie, waarop de werkneemster de kantonrechter verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden met toekenning van een vergoeding. De kantonrechter verwijt de werkgever dat maar liefst vier personen geen (adequate) actie hebben ondernomen. Pas als de werkneemster zich tot de CEO wendt, wordt in alle haast een klachtencommissie geformeerd. Deze heeft naar het oordeel van de rechter meerdere procedurele onzorgvuldigheden begaan. Dit alles afwegende ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst en wijst een vergoeding toe met een correctiefactor van maar liefst 2,5.
Een werkgever die niet zorgvuldig en adequaat omgaat met een klacht over seksuele intimidatie, riskeert ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een substantiële vergoeding aan de werknemer.
Kantonrechter Groningen, 31 maart 2008, JAR 2008, 118