Een werkgever kan niet op grond van gegevens die eenzijdig en onvoldoende objectief van aard zijn, stellen dat sprake is van een dringende reden tot ontslag op staande voet. Dat blijkt maar weer uit deze zaak (Kantonrechter Dordrecht, 11 september 2008, LJN: BF0768).

Een werkgever verzoekt de kantonrechter een arbeidsovereenkomst te beëindigen wegens een dringende reden, omdat een werkneemster die niet goed functioneerde naar zijn oordeel liegt. De werkneemster meent dat de werkgever geen enkele moeite heeft genomen om naar haar verhaal te luisteren en enkel is afgegaan op verklaringen van andere medewerkers. Zij meent dat ze wel goed functioneerde. De kantonrechter wijst het verzoek tot ontbinding wegens dringende reden af.

 

Sluitend bewijs

De kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet eenzijdig ervan uit mag gaan dat het verhaal van werkneemster niet op waarheid berust, enkel afgaand op gegevens die onvoldoende objectief van aard zijn. In dit geval had de werkgever zijn oordeel gebaseerd op verklaringen van twee medewerkers. Dit vormt onvoldoende bewijs voor ontslag op staande voet.

 

Tip

Bij ontslag op staande voet is sterk bewijs van groot belang. Zorg voor gegevens die objectief van aard zijn om het disfunctioneren van werknemer te onderbouwen.