Deze uitspraken zijn van belang in de discussie over de vraag of schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag volgens dezelfde formule zou moeten worden begroot als de ontbindingsvergoeding door de kantonrechter (de zogenoemde kantonrechtersformule).
Kennelijk onredelijk ontslag is iets anders dan ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. Dan hanteert de rechter de kantonrechterformule. In de zaken waarin op 7 juli uitspraken zijn gedaan, gaat het om ontslag door de werkgever zelf. De werkgever moet in die gevallen een schadevergoeding betalen, als het ontslag – gelet op de gevolgen die het voor de werknemer heeft – kennelijk onredelijk is. Als de werkgever zelf al een vergoeding heeft betaald, is dat wel relevant voor de beantwoording van de vraag of het ontslag kennelijk onredelijk is, maar het is niet doorslaggevend.
Berekening volgens XYZ-formule
De hoogte van de schadevergoeding die de rechter vaststelt, wordt in het vervolg bepaald aan de hand van de volgende formule:
X (aantal ‘gewogen’ dienstjaren) x Y (laatstverdiende maandsalaris) x Z (correctiefactor).
In de Z-factor worden alle omstandigheden van het geval gewogen, waarbij uitgangspunt is dat Z in beginsel niet hoger is dan 0,5. In bijzondere gevallen kan dat anders zijn
In de recente uitspraken wordt een groot aantal mogelijk relevante omstandigheden benoemd met betrekking tot dienstverband en opzegging, ander (passend) werk, financiële gevolgen voor de werknemer en (door de werkgever) getroffen voorzieningen en financiële compensatie.