Een werknemer voelde zich gediscrimineerd en meldde dit bij de werkgever. Deze meldde de klacht bij de vertrouwenspersoon, die de klacht onderzocht. Uit dit onderzoek bleek geen discriminatoir gedrag van collega’s. Toen de werkgever concludeerde dat discriminatie zich niet had voorgedaan, werd hij door de rechter op de vingers getikt.

De kantonrechter (Enschede, 1 december 2008) vond dat de werkgever door te stellen dat er geen discriminatie had plaatsgevonden, de werknemer te kijk werd gezet. Zo wordt de werknemer iemand die zijn collega’s ten onrechte beschuldigt. Dat maakte de zaak alleen maar erger, zo meende de rechter. Hij vond dat de werkgever er goed aan zou hebben gedaan om – met het oog op de beladenheid van discriminatie – het probleem langs een andere kant aan te pakken. Hij had geen onderzoek naar discriminatie moeten doen, maar had moeten proberen om discriminatoir gedrag te voorkomen. Hij had de werknemer moeten geloven en moeten proberen om discriminatoir gedrag te voorkomen. Het is duidelijk dat in geval van discriminatie een werkgever het in de ogen van de rechter niet snel goed (genoeg) doet.