Een werknemer werkt al 31 jaar als adviseur bij een verzekeringskantoor. In deze periode is hij twee keer langere tijd uitgevallen vanwege spanningsklachten. Nadat het verzekeringskantoor een nieuwe beloningsstructuur en andere functie-indelingen doorvoert, vreest de werknemer nog een (derde) keer door een burn-out te worden getroffen. Hij eist vervolgens ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding van ruim € 123.000.

De werknemer betoogt onder andere dat de wijzigingen hebben geleid tot een verzwaring van zijn werkzaamheden. De werknemer heeft al last van hoofdpijn en vermoeidheid en onderhoudt nauw contact met zijn huisarts uit angst voor een nieuwe burn-out. Daartegenover stelt de werkgever dat de nieuwe beloningsstructuur en andere functie-indelingen na onderhandeling met de vakbonden in de cao is opgenomen. Bovendien heeft de werknemer in eerste instantie zelf gekozen voor een nieuwe functie. Daarop heeft het verzekeringskantoor hem gevraagd om in gesprek te treden over de keuze. Maar al voordat dat gesprek plaats heeft kunnen vinden, had de werknemer het ontbindingsverzoek ingediend bij de rechtbank. Dit bevreemdt de kantonrechter.

 

Ontbindingsverzoek te vroeg ingediend

De kantonrechter oordeelt dat de werknemer eerst met het verzekeringskantoor in gesprek had moeten treden over zijn functiekeuze, alvorens het ontbindingsverzoek in te dienen. Daarnaast acht de kantonrechter onvoldoende aannemelijk dat de nieuwe beloningsstructuur en de bijbehorende wijzigingen daadwerkelijk hebben geleid tot een te hoge werkdruk. Bovendien heeft de werknemer volgens de kantonrechter de spanningsklachten onvoldoende besproken met zijn werkgever. De kantonrechter ontbindt daarom de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een vergoeding aan de werknemer.  

 

Kantonrechter Heerlen, 26 oktober 2011, LJN: BW8121

 

Tip

Wanneer er sprake is van een (mogelijke) burn-out bij een werknemer, kan van de werknemer worden verwacht dat hij hierover in gesprek treedt met zijn werkgever voordat hij naar de rechter gaat. Als de werknemer vervolgens toch een gerechtelijke procedure start, is het aan hem om het causaal verband tussen de burn-out en de werkzaamheden aan te tonen.