De introductie van de brug-WW blijkt uit de sectorplannen die op Prinsjesdag 2014 zijn gepresenteerd. Mensen die werkloos (dreigen te) raken, kunnen de brug-WW gebruiken terwijl ze zich laten om- of bijscholen. Werkgevers kunnen hierdoor op loonkosten besparen.
De brug-WW verruimt de mogelijkheden tijdelijk te werken en een kansrijke opleiding te volgen in een sector met personeelstekort, bijvoorbeeld techniek (Heeft u een goed werkgelegenheidsplan? Overheid betaalt de helft).
Tijdelijke maatregel
In de toelichting bij de rijksbegroting schrijft minister Asscher van SZW dat het om een tijdelijke maatregel gaat waarvan sociale partners gebruik kunnen maken als ze een werkgelegenheidsplan maken voor een bepaalde sector. Of er sprake is van een kansrijk beroep of een groeisector zal blijken uit een sectorplananalyse. De brug-WW gaat de overheid geen miljarden kosten. ‘Bij de transitie van een krimpend beroep naar een groeiend beroep met noodzakelijke scholing wordt gedurende de scholing WW verstrekt voor de uren van de scholing’, meldt de toelichting.
Baangarantie
In het voorstel van Asscher moet er aansluitend op de fase werk en scholing, vervat in een arbeidscontract, een baangarantie komen voor minimaal een jaar.
Reactie werkgevers
Werkgevers stellen in Forum dat het brug-WW-plan van de minister een ‘brug te ver’ is en waarschijnlijk niet gaat werken. Met name de baangarantie wordt als een hoge drempel gezien. De werkgevers benadrukken dat in het Sociaal Akkoord al was afgesproken mensen weer aan het werk te krijgen. Het bedrijfsleven gaat 17.500 extra leerwerkbanen scheppen en daarom vragen zij zich af of de brug-WW daaraan nog iets toevoegt.